Tilburg, 24 februari 2021 - In Tilburg staan zaterdag 27 februari burgers stil bij het uitbreken van de coronapandemie in Nederland. Er zullen die dag onder meer kaarsjes bij het 18de-eeuwse Mariabeeld in de Hasseltse Kapel voor de coronadoden worden opgestoken.

Op 27 februari 2020 constateerden artsen van het Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis (ETZ) in de Noord-Brabantse stad de eerste besmetting van een man uit Loon op Zand met het toen nieuwe coronavirus.

“Ik wist: we staan aan de vooravond van een crisissituatie die zijn weerga niet kent. En helaas is dat waarheid gebleken”, blikt burgemeester Theo Weterings (VVD) van Tilburg terug. 

Hasseltse Kapel

Een paar weken na die eerste constatering zou blijken dat het virus al eerder zijn intrede in Nederland had gedaan. Onder meer tijdens carnaval kon het zich ongemerkt verspreiden. Het zuiden van het land werd al snel het epicentrum van de uitbraak.

Terwijl de pandemie nog verre van bedwongen is, worden in Tilburg enkele momenten van bezinning georganiseerd, met slechts een handvol aanwezigen. Burgemeester Weterings zal onder meer het ziekenhuis bezoeken. 

In de ochtend wordt voor het Paleis-Raadhuis in de binnenstad een zogeheten dankraam onthuld, een kunstwerk dat “uiting geeft aan hoop op een positieve post-corona toekomst”. Het is tevens een eerbetoon aan de 'coronahelden' die zich tijdens de pandemie voor hun medemens hebben ingezet. Kunstenares Riëtte Sommerdijk maakte het van textiel. Ze verwerkte er elementen in van in totaal 170 inzendingen van andere kunstenaars.

Het werk is geïnspireerd op een gebrandschilderd raam dat in hetzelfde gebouw te zien is. Dat werd in 1951 werd gemaakt, nadat Tilburg als laatste stad in Nederland een ontwrichtende pokkenepidemie over zich heen had gekregen. Die duurde veel korter dan de huidige pandemie, maar de gevolgen waren eveneens ingrijpend. De stad moest op slot. Belangrijk verschil met de coronapandemie: tegen pokken waren al goedwerkende vaccins voorhanden. Na een snelle vaccinatiecampagne was de crisis ten einde.

Weterings noemt de verjaardag van de pandemie “niet bepaald een datum om te vieren, wel een om even bij stil te staan”. Aan het einde van de dag gebeurt dat met een herdenking van coronaslachtoffers in de Hasseltse Kapel. Die ligt in de wijk Hasselt tegenover een van de vestigingen van het ziekenhuis, overigens niet de vestiging waar de eerste patiënt was opgenomen. De ceremonie is op afstand te volgen.

Verder is weinig georganiseerd. @We staan er niet echt bij stil, mede omdat we nog volop met corona bezig zijn”, laat een woordvoerder van het ETZ aan het ANP weten. Dat geldt ook voor ziekenhuis Bernhoven in Uden, dat tijdens de eerste golf ook werd overspoeld door patiënten met COVID-19. Het provinciebestuur laat via een woordvoerder weten “aan de zijlijn” te staan. “Het zwaartepunt ligt nu bij de Veiligheidsregio en de GGD. De epidemie duurt nog voort.”

Burgemeester Weterings gaat in een brief aan zijn stadsgenoten in op de “enorme impact” van het virus. “Iedereen voelt die op een andere manier. Mensen die een dierbare hebben verloren, jongeren die al een jaar online onderwijs krijgen en hun vrienden missen, ouderen die vereenzamen, ondernemers die moeten knokken om het hoofd boven water te houden”, somt hij op.

Weterings benadrukt nog eens dat de beperkingen volgens hem noodzakelijk zijn. “Zonder de maatregelen had het virus nog veel meer slachtoffers kunnen maken. Was onze zorg bezweken onder de druk van de niet aflatende stroom patiënten”, schrijft hij. “We hebben er samen de schouders onder gezet om dit te voorkomen. We mogen er trots op zijn dat we dat met elkaar hebben gedaan.”