Feest van de Doop van de Heer (b)
Sint Maartenkerk, Maartensdijk
Pastoor Mauricio Meneses Santiago

Jesaja 55, 1-11
Johannes 5, 1-9
Marcus 1, 7-11

Op het feest van de Doop van de Heer mogen wij stil staan bij ons eigen doopsel. En daarmee bij de betekenis die het geloof voor ons heeft, onze religieuze en levensovertuiging. Vandaag worden we uitgedaagd om ons geloof en onze hoop met concrete feiten te onderbouwen. De wereld maakt een moeilijke tijd door en we moeten serieus nadenken over wat we als kerk moeten doen, wat zin geeft aan ons leven, vanuit ons geloof.
Sluiten we de kerken of laten we ze open, vieren we het met publiek of alleen online? Gaan we verder met de onlinevieringen of keren we terug naar de traditionele vieringen in het kerkgebouw? Welke rol hebben we als kerk, als gelovigen, in deze coronatijd?

De situatie in de tijd van Jezus was niet anders, Hij verscheen in Galilea toen het Joodse volk een diepe religieuze crisis doormaakte. Ze voelden de afstand tot God al heel lang. God zweeg. De hemel was "gesloten". Een soort onzichtbare muur leek Gods communicatie met zijn volk te belemmeren. Niemand kon zijn stem horen.
Het moeilijkste was het gevoel dat God hen vergeten was. Alsof Hij niet meer om de problemen van Israël gaf. Waarom bleef hij verborgen? Waarom was hij zo ver weg?

Ik kan me voorstellen dat velen zich de vurige woorden van de profeet Jesaja herinnerden waarmee hij tot God bad: "Mocht Gij de hemel toch openscheuren om af te dalen!” Dat kan ook het gevoel van velen in deze tijd zijn.
En juist daarom moeten de eerste mensen die het evangelie van Marcus hoorden, verrast zijn geweest. Volgens zijn verslag, toen Jezus na zijn doop uit het water van de Jordaan kwam, zag Hij "de hemel openscheuren en de Geest als een duif op zich neerdalen” Eindelijk was een ontmoeting met God mogelijk. Een man vol met Godsgeest wandelde op aarde.

Die Geest die op Hem neerdaalt, is de adem van God die het leven schept, de kracht die het leven vernieuwt, de liefde die alles verandert. Daarom zet Jezus zich in om het leven te bevrijden, te genezen en menselijker te maken. De eerste christenen wilden niet verward worden met de leerlingen van Johannes. Ze voelden zich gedoopt door Jezus met zijn Geest.

En hier vinden we een sleutel voor vandaag. Zonder die Geest is alles in het christendom gedoofd. Het vertrouwen in God verdwijnt. Het geloof wordt zwakker. Jezus wordt gereduceerd tot een personage uit het verleden, het Evangelie wordt een dode letter. De liefde wordt koud en de Kerk wordt gezien gewoon als een instelling.
Zonder de Geest van Jezus wordt de vrijheid gesmoord, de vreugde gedoofd, de liturgie wordt een gewoonte. Zonder de Geest wordt onze missie vergeten, verdwijnt de hoop, groeien de angsten, en de navolging van Jezus verliest zijn betekenis.

Onze grote uitdaging is Jezus geest levend te houden. Het is een vergissing om te denken dat we alleen met organisatie, werk, toewijding of diverse strategieën kunnen bereiken wat alleen maar vanuit de Geest geboren kan worden. We moeten terugkeren naar de bron, het evangelie in al zijn frisheid en waarheid terugvinden en ons laten doordrenken met de Geest van Jezus. Dat is onze taak als gedoopte mensen, als gelovigen in deze tijd. Herleef de Geest!

Laten wij ons op dit feest vanuit ons geloof laten verkwikken en herscheppen, zodat wij als christenen ons steentje kunnen bijdragen aan de huidige maatschappij.
Een maatschappij die verlangt naar innerlijkheid, naar solidariteit, naar liefde en zo’n behoefte heeft aan hoop.