23e Zondag door het jaar (a)
Mgr. Hans van den Hende

Sint Agathakerk, Lisse

Lezingen:
Ezechiël 33, 7-9

Romeinen 13, 8-10
Matteüs 18, 15-20

Broeders en zusters,
Graag ben ik op de uitnodiging ingegaan om deze zondag de heilige eucharistie te vieren met u hier in de kerk en met u die via de media verbonden bent. De zondag is de dag bij uitstek om als Kerk de verrijzenis van de Heer te vieren. Ik ben dankbaar jegens de KRO-NCRV dat we wekelijks de eucharistie uitzenden. Op deze manier zijn ook degenen die aan huis gebonden zijn in de gelegenheid om de zondag mee te vieren. Ik ben ook dankbaar jegens de parochie in Lisse en parochies elders in het land, dat zij met de omroep de zondagse mis via de media verzorgen. Het vraagt de nodige voorbereiding en planning om deze zondagse mis te kunnen uitzenden.

Broeders en zusters hier in de kerk. Het is bijzonder om met tienduizenden gelovigen elders in Nederland en daarbuiten via de media de zondag te vieren. We beseffen dat wij als parochies en bisdommen deel uitmaken van de wereldwijde Kerk. Vrijwel in alle parochies en bisdommen worden vandaag in de eucharistie dezelfde schriftlezingen gelezen en dezelfde gebeden gebruikt. We staan niet alleen. We mogen wereldwijd in geloof elkaars tochtgenoten zijn.

Ik heb die verbondenheid heel sterk ervaren deze zomer bij de Wereldjongerendagen in Lissabon. Samen met jongeren uit Rotterdam en andere bisdommen ben ik eind juli-begin augustus op reis gegaan. Uit heel Nederland gingen duizend katholieke jongeren naar de Wereldjongerendagen. Als je samen onderweg bent en iedere dag met elkaar spreekt, samen bidt en de eucharistie viert, dan ervaar je -meer nog dan in de parochies thuis- dat je elkaars tochtgenoten bent in geloof.

Het is onze roeping om samen Kerk van Christus te zijn. Wanneer we lezen uit de Schrift en ernaar luisteren, dan wordt ons geloof gevoed door het woord van God. Deze zondag worden we opgeroepen om met vallen en opstaan de onderlinge liefde te bewaren. Paulus zegt in de Romeinenbrief: “Uw enige schuld blijve de onderlinge liefde. Wie zijn naaste bemint, heeft de wet vervuld”.

Wanneer je in de geest van Christus tochtgenoten bent, dan gaat de zorg voor elkaar niet alleen of we voldoende voedsel hebben of dat we gelukkig zijn of ons getroost voelen. Het gaat in de gemeenschap van de Kerk ook om de zorg of we elkaar vasthouden op de weg van Christus. Jezus zegt in het evangelie dat de christelijke zorg voor de naaste ook betekent dat je elkaar mag terechtwijzen als er sprake is van daden die niet overeenkomen met de geboden van de Heer. Niet dat je elkaar veroordeelt of openlijk bekritiseert, maar elkaar eerst onder vier ogen aanspreekt en in de gemeenschap van de Kerk.

Bijvoorbeeld, hebben we de moed om elkaar uit liefde aan te spreken wanneer de viering van de zondag wordt overgeslagen, wanneer in iemands leven het gebed en de eucharistie naar de achtergrond verdwijnen? Durven we elkaar te herinneren aan de opdracht van ons doopsel om de band met Christus en zijn Kerk te onderhouden? Hebben wij, om het zo te zeggen, ook zorg voor elkaars heil? Een dergelijk gesprek is niet makkelijk. Zouden we kunnen bidden om de juiste woorden te vinden? Vaak blijft het echter stil of je hoort mensen zeggen: ach, het zit hem niet de kerkgang, als je maar een goed mens bent! Ook lijkt het dikwijls alsof het ons als medeparochianen niet uitmaakt of iemand wel of niet de zondag viert.

In ons leven als Kerk hebben hemel en aarde met elkaar te maken. Jezus zegt: ‘wat gij zult binden op aarde zal ook in de hemel gebonden zijn’. Jezus beklemtoont het belang van bidden in eensgezindheid: ‘waar twee of drie verenigd zijn in mijn Naam, daar ben ik in hun midden’.

Broeders en zusters, het is daarom dat ik vandaag van harte met u samen de zondag vier. Ons geloof, onze band met Christus heeft het nodig dat we samen bidden en de sacramenten vieren, dat we luisteren naar Gods woord en de onderlinge liefde bewaren. Ik bid dat we wereldwijd herkenbaar mogen zijn als leerlingen van Christus en dat we elkaar en anderen blijven uitnodigen om trouw te zijn aan het evangelie.