Hoogfeest Christus Koning (b)
Pastoor Peter van der Weide
St. Martinuskerk te Sneek

Lezingen:
Daniël 7, 13-14
Apokalyps 1, 5-8
Johannes 18, 33b-37

Wie wil Koning zijn?
Als je in een klas vol kleuters vraagt wie er koning of koningin wil zijn dan steken vast de meesten hun vinger op.
Vroeger gingen wij ook wel eens koning of koninginnetje spelen.

Lange, mooi gewaden aan, een kroon op het hoofd, apart spreken en buigen, niet lopen, maar schrijden en een verheven blik en zetelen op een troon.
Hier in Friesland bij het kaatsen heb je een koningspartij, in het Zuiden en in het Achterhoek des lands schutterskoningen en diverse winkels voeren het predicaat hofleverancier, met zo’n prachtig schild. Kortom, wat koninklijk is dat weten we wel. Maar je zult maar echt koning zijn, of eentje in spé zoals onze kroonprinses Amalia.

Vroeger leefden deze mensen vrij afgeschermd, maar nu als het ware in een aquarium. Alles wat ze zeggen en doen wordt gehoord en met argusogen bekeken .Ze moeten het vooral goed doen. Oog en oor hebben voor wat er speelt onder de bevolking en hopelijk haalt het iets uit.
Van koning Boudwijn in België, de enige Belg die een beeld heeft bij Madam Toussaud, weten we dat hij een enorme briefwisseling had met zijn onderdanen en dat degene die hem schreef altijd antwoord kreeg en vaak echt werd geholpen in geval van nood.

En dan vieren we vandaag dat Jezus onze Koning is!
Jezus heeft zich altijd verzet tegen het feit dat mensen Hem koning wilden maken, alhoewel Hij ook gezegd heeft “Ja, Koning ben, maar mijn koningschap is niet van deze wereld”.
Aan U o Koning der eeuwen, aan U zij de zegekroon!

Wat bedoelt Jezus dan wanneer Hij tegen Pilatus zegt dat zijn koningschap niet van deze wereld is?
In ieder geval geen koning die mensen onderdrukt en uitbuit, maar een mensen-mens die luistert, verbindt, die mensen ziet als uniek, als een woonplaats van Gods Geest en die nooit op vakantie is als er werkelijk iets aan de hand is.
Als wij de ander als een woonplaats van Gods Geest beschouwen, kijken we toch anders tegen iemand aan lijkt me. Hoe kan het dan toch, dat zelfs onder christenen radicalisme voorkomt, haat en nijd en dat gelovigen de Goede God als boegbeeld gebruiken voor hun eigen gelijk! Dat gaat toch in tegen alles wat Jezus tot Koning maakt?

Wie wil er koning zijn?
Ik denk dat het beter is om ons af te vragen of we of wel koninklijk gedragen dan dat we koning zouden willen zijn. En hoe doe je dat dan.
Kijk, Jezus verstond de kunst om zelfs op het laatste moment van een moordenaar een goed mens te maken en dat was,toch niet voor de poes. Aai thuis uw poes als u er een als huisdier heeft maar eens extra over haar of zijn bolletje en denk gerust: “Wat ben je vandaag toch lief, mijn Wolletje, ook al ben je soms een moordenaar”.

Laten we mens zijn in het voetspoor van Jezus, de Koninklijke mens. Jezus met de doornenkroon; die al pijn doet wanneer je hem opzet, getuigend van Hem die nooit zijn innerlijke vrijheid; het vermogen tot liefhebben heeft opgegeven. Het is een Koninklijke opdracht aan het einde van dit kerkelijk jaar waarmee we weer een heel nieuw jaar mogen vullen tot eer van God en tot geluk van de gehele de mensheid opdat eens allen zullen zingen: Aan U O Koning der eeuwen aan U zij de zegekroon.

En als u binnenkort bloed moet laten prikken, mag u mij komen vertellen of het ‘blauw’ bloed is. Zet het gelijk in de krant of op facebook. Wie weet of ze u nog tot koning maken, waarbij ik me dan afvraag welke koning u dan tot voorbeeld neemt!