22 september 2024
Mariagrot, Lourdes
Preek mgr. Jan Hendriks

Lezingen:
Wijsheden 2, 12.17-20
Jakobus 3, 16 - 4, 3
Marcus 9, 30-37 

We hebben het vast allemaal weleens bij de hand gehad: dat mensen in onze omgeving ruzie krijgen of dat we zelf met een bepaald iemand niet uit de voeten kunnen, dat er woorden zijn gevallen en verhoudingen zijn verstoord.
Zo gaat het helaas tussen mensen en als het eenmaal niet goed zit, kan het heel lang duren voordat er verzoening komt en in veel gevallen wordt het nooit meer echt goed. Kijk dus maar liever uit en maak geen ruzie!

Waar gaan die ruzies over?
Het komt er altijd wel op neer dat iemand zich tekort voelt gedaan: de ruzie gaat over de verdeling van een erfenis, over de manier waarop mensen elkaar hebben behandeld, over wie het voor het zeggen heeft, dat de één de rechten van de ander niet heeft gerespecteerd; er zijn harde woorden gevallen, er zijn dingen gedaan die rechtgezet hadden moeten worden, maar dat is niet gedaan, er was gebrek aan aandacht en meeleven, iemand is aan een ander voorbij gegaan in een moeilijke tijd, enzovoorts. Soms gaat het over zaken die erg veel pijn doen, die je diep raken.

En wil je dan, kún je dan vergeven?
Dat kun je dan vaak zeker niet zomaar ineens. Soms gaat de pijn een leven lang mee. De meeste mensen willen wel vergeven en een nieuw begin maken, maar dan komt er al gauw een “als”: iets dat dan wel eerst moet gebeuren: als het maar eerst eens in een goed gesprek kan worden besproken, als die ander dit of dat eerst maar eens recht zet, schuld erkent, als de onrechtvaardigheid van toen eerst maar eens in zekere zin is hersteld.

Maar gaat dát wel gebeuren? Soms is het duidelijk: die persoon heeft grenzen geschonden. Die persoon moet dan ook stappen zetten om het goed te maken en herhaling te voorkomen.
Maar heel vaak voelen de partijen in een ruzie zich allebei tekort gaan. Moet de ander dan eerst komen en een stap zetten om het weer goed te maken? Maar die ander vindt misschien precies hetzelfde en zo wachten beide partijen tot de ander een stap zet en intussen blijven de ruzie en de verwijdering.
Ook in het groot - tussen landen en volken - gaat het vaak zo. Landen willen hun problemen met elkaar wel bijleggen als de ander maar schuld erkent. Zo ontstaan oorlogen en duren ze voort als alleen de schuld van de ander wordt gezien. Wat moet er gebeuren om een oorlog op te laten houden? Als één partij totaal verslagen wordt, blijven er wrok en de bitterheid die een voedingsbodem zijn voor een volgende oorlog. Konden de conflicten maar vreedzaam worden besproken en opgelost!

Hoe kunnen we ruzie en conflicten doorbreken en de vrede herstellen? Hoe kun je een nieuw begin maken?
In het evangelie van deze dag spreekt Jezus erover naar aanleiding van een ruzie tussen de apostelen. Die hadden woorden gehad over wie er de voornaamste was, de belangrijkste, de grootste. Dat is wel herkenbaar voor ons allemaal. Daar gaan zoveel ruzies over!
Het antwoord van Jezus is tegelijk de beste manier om een ruzie op te lossen: Als je de eerste wil zijn, moet je de laatste kunnen wezen; als je groot wil zijn, moet je klein kunnen zijn en moet je kunnen dienen. Echt groot is wie de minste kan zijn.
En dan zet Jezus een kind in hun midden. Wees als een kind, wordt als een kind, bewaar in jezelf het hart van een kind, eenvoudig, zuiver, ontvankelijk en dienstbaar.

Waarom koos Maria Bernadette uit om aan haar te verschijnen? Waarom niet aan de bisschop, de pastoor, of een belangrijke persoon uit het dorp? Het is dezelfde reden als waarom God Maria uitkoos om moeder van God en moeder van ons allen te zijn. Want wie eenvoudig is, nederig, met een open hart, die kan Gods gaven ontvangen. Wie zichzelf iets verbeeldt, zich vastbijt in zijn eigen gelijk, in zijn eigen positie, sluit zijn hart voor God. Want de deur naar het rijk der hemelen is een laag poortje, je moet je klein maken om er binnen te gaan.

Jezus zelf heeft het voorbeeld gegeven, Hij was de grootste: Christus, Koning, Heer van het heelal. Hij werd de kleinste, onze dienaar. Ook daar sprak Jezus vandaag over in het evangelie: De Mensenzoon zal worden overgeleverd, ze zullen Hem doden. En hoe reageerde Jezus op de beledigingen en het kwaad dat mensen Hem deden? Hij leed met liefde. Hij bad: “Vader, vergeef het hun”.

Kun je er overheen kunt stappen?
Kun je het offeren?

Laten we hier bij de grot door Maria en Bernadette aan God vragen om te mogen kunnen dragen en vergeven, dat we vrede en verzoening zullen bewerken, waar we maar kunnen