Verkondiging 3e Zondag van de Veertigdagentijd
Pastoor Peter van der Weide
St. Martinuskerk, Sneek

Lezingen:
Exodus 3, 1-8a.13-15
1 Korintiërs 10, 1-6.10-12 
Lucas 13, 1-9

"Wat is leven, als het geen samenleven is?"

Als u afgelopen zondag naar het nieuws heeft geluisterd, had u het volgende kunnen vernemen: "De Wilhelminatoren in Valkenburg is ingestort. Voor zover we weten zijn er geen slachtoffers. In Macedonië zijn meer dan 50 jonge mensen omgekomen toen het dak van een disco instortte.
Twee kran­tenberichten uit onze tijd. Ze lijken precies op wat we zojuist in het evangelie hoorden. Berichten uit de tijd van Jezus die weer lijken op berichten die wij elke dag in de krant lezen. Berichten zoals: ‘Weer nieuwe oorlogsslachtoffers in Oekraïne en Rusland en in de Gazastrook. Of: "Na een brand blijkt dood gevonden vrouw, neergestoken te zijn. Echtgenoot stak wanhopig het huis in brand." Onze eerste reactie is dan vaak: "Goh wat ben ik blij dat ik daar niet bij was; dat mij dat niet is overkomen!"

Je hebt er ook die anders denken wanneer mensen door onge­luk getroffen worden. Mensen die hard in hun oordeel zijn en die zeggen: "Ze zullen het wel aan hun zelf te wijten heb­ben; eigen schuld dikke bult en wie zich brandt, die moet maar op de blaren gaan zitten. Zie je wel dat God het goede beloont en het kwade straft".
Opmerkingen die ons misschien verbazen, maar toch is deze manier van geloven, deze manier van denken véél sterker aanwezig dan wij zouden den­ken.

Elke dag komen in Volendam, waar trouwens afgelopen woensdag voor de 9e keer de Kruiswegwandeling van start is gegaan evenals hier in Sneek voor de zesde keer, mensen het kerkhof bij het gedenkteken van de 14 slachtoffers van de brand van Oud op Nieuw 2000-2001! 
Waaraan hebben we het verdiend? Die vraag hoor ik nogal eens. En dan sta je met de mond vol tan­den, want mensen ver­dienen zoiets inderdaad niet. Is het Gods schuld? Mij lijkt het van niet. Op die manier straffen ver­wacht je alleen van een uiterst wrede machthebber.

Jezus wil in ieder geval niks met dit soort geluiden te maken hebben. Hij steekt zijn vinger niet uit om te gaan wijzen. Hij wijst niet met zijn vinger een schuldige aan. Wist u dat het trou­wens niet eens zo ver­standig is om te wij­zen? Zij die met één vin­ger naar een ander wijzen, die wijzen altijd nog met drie vingers naar zich­zelf. Het is lekker gemakkelijk om de schuld niet bij ons­zelf te zoeken, maar bij anderen.

Jezus heeft echter een onwrikbaar vertrouwen in het goede dat in mensen aanwezig is, ook al zie je dat niet altijd even duide­lijk, want soms vraag je je ook zelf wel eens af wat mensen bezielt wanneer je van die in-trieste dingen op de TV ziet. Dan denk je bij jezelf: Hoe komen mensen ertoe om dit te doen? Hebben wij dan elk besef voor respect verlo­ren?

Met het verhaal van de vijgenboom wil Jezus ons laten zien wat voor een geduld wij mensen met elkaar moeten hebben. Die onvruchtbare vijgenboom is niet zomaar een boom, nee, ze staat symbool voor ons allemaal. Die vijgenboom die géén vruchten draagt; wij zijn zelf vaak die boom. Hoe vaak hakken wij elkaar niet om in woord en gedachte in doen en laten! 

Jezus ziet dit anders. Hij zegt: "Er is altijd nog tijd om te veran­deren; heel de wereld kan veranderen, maar dan moet je wel bij jezelf beginnen. "Verander de wereld en begin bij­ jezelf", zoals de Bond zonder Naam ons vroeger voorhield; een spreuk die nog heel actueel is! 
Geef die ander een groeikans in plaats van te zeggen: Daar is geen gesprek meer mogelijk; die kijk ik niet meer aan!

Of zoals in dat verhaal waarin het einde van de wereld nadert. CNN geeft in dat verhaal de mogelijkheid aan vertegenwoordigers van verschil­lende godsdiensten om de mensheid toe te spreken.
Eerst komt de dominee, die zegt: "Wij hebben gezondigd. We zijn onmachtig om dit einde tegen te gaan. De Noord- en Zuid­pool smelten. Het water zal ons bereiken. We hebben nog maar twee weken om onze zonden te overzien en ons voor te bereiden op het hierna­maals".
De priester zegt: "De nood is groot, maar we kunnen ons verheu­gen op het eeuwige leven. En we kunnen onze schulden inlossen tegenover elkander en ons voorbereiden op een eeuwige zalig­heid".
De rabbijn is laat. Hij komt naar binnen stormen, gooit z'n jas over de stoel, stroopt zijn mouwen op en zegt: "Men­sen, we hebben heel weinig tijd. We hebben nog twee weken om te leren hoe we onder water in leven kunnen blijven".

Tenslotte...
Wij mensen, wij hebben elkaar nodig, wij redden het niet in het leven, wanneer wij elkaar afschrijven of met een beschul­digen­de vinger naar elkaar wijzen. Leven is geen leven, als het géén samenleven is. Laten we deze boodschap vandaag mee naar huis nemen en er naar proberen te handelen. Als Christus het zelf niet opgeeft, dan moet er voor ons toch ook zeker hoop zijn. Hij is het die tegen ons allen zegt: “Kom op mensen in Sneek, mensen in Volendam, of waar ter wereld ook, doorgaan, in Gods naam, geef elkaar groeikansen!