28 juli 2024
St. Martinuskerk, Sneek
Pastoor Peter van der Weide

Lezingen:
2 Koningen 4, 42-44   
Efeziërs 4, 1-6
Johannes 15, 9-17

‘Uit de muur eten en van de muur eten’
We kennen allemaal wel de uitdrukking: ‘Uit de muur eten’. Ik maak geen reclame voor bepaalde zaakjes hier in Sneek. Ze hebben trouwens aan mij geen beste klant, maar dat hoeft ook niet, want hier kun je ook van de muur eten!

Hier achter mij, in het priesterkoor, waar tot 1964 de Mis werd opgedragen aan het hoogaltaar, is een prachtige schildering die het evangelieverhaal van vanochtend uitbeeldt. Al die mensen die geboeid naar Hem luisteren, hebben zeker niet in de gaten dat het al donker begint te worden en ze hebben er zeker ’s ochtends niet aan gedacht een lunchpakketje mee te nemen. Er zijn dan ook heel wat karrenvrachten aan brood nodig om al die mensen te eten te geven.

Als we met ons gezonde verstand aan het werk zouden gaan, dan zouden we zeggen: hoe is dat nu in Godsnaam mogelijk? Hoe kunnen ineens zoveel mensen tegelijk door Elia in de 1e lezing, of door Jezus van brood worden voorzien! Ook de apostelen snappen er niks van. Filippus zegt dan ook ook: "Wil iedereen genoeg krijgen, dan is er voor tweehonderd denariën brood nog te weinig".

En toch met die twee vissen en die vijf broden van dat jonge­tje wordt de hele massa gevoed en er blijft zelfs nog genoeg over en de mensen zijn verrukt en ze roepen: “Wat een geweldenaar, dit is vast en zeker de profeet die we te verwachten hebben. Laten we Hem maar onze koning maken!”
Maar Jezus moet hier niets van hebben en Hij trekt zich terug op een eenzame plaats, want de mensen hadden er weer eens niks van begrepen; ze wilden een broodkoning van Hem maken.

Waar gaat het in deze verhalen dan eigenlijk om? 
Dat iedereen op deze wereld genoeg te eten heeft? Het is niet toevallig dat zo rond etenstijd, ‘s avonds om 18.00 uur, je op de TV vaak ondervoede kindertjes langs ziet komen. Voor enkele euro’s in de maand kun je zo een kindje redden dat je meestal aankijkt met van die grote holle ogen.
In ons land wordt nog steeds 5% van alle brood in de vuilnisbak gegooid en dat zijn per jaar 60 miljoen broden en als u de reclame op de TV volgt dan weet u dat bij ons veel huisdieren, honden en katten, het vaak veel beter hebben dan veel mensen in de zogenaamde arme landen.

Het gaat hier dus duidelijk om méér dan brood alleen. Het gaat Jezus om een mentaliteitskwestie. Het gaat Jezus om een werkelijke liefde van mensen voor elkaar; een liefde die mensen doet opkomen voor elkaar, een liefde die mensen voor elkaar door het vuur doet gaan, net als dat jongetje, dat zijn hele dagrantsoen, alles wat hij bij zich heeft, aan Jezus geeft, opdat iedereen te eten heeft. Mensen die hun liefde echt delen met elkaar, mensen die zichzelf helemaal wegschenken aan de ander, die als het ware alles weggeven wat ze hebben, die mogen ervaren dat deze liefde, dit brood, nooit opraakt, nee dat er zelfs genoeg is om de hele wereld rmee te voeden, de hele wereld ermee te verwarmen.
Dit werkelijk breken en delen met elkaar is de kern van ons geloof, dit is de kern van het Christen-zijn, hiermee staat of valt de christelijke geloofsgemeenschap. Dit vieren wij, dit doen wij, wanneer wij, net als vandaag, Eucharistie vieren

Een Duitse priester heeft over daadwerkelijk delen eens gezegd: "Wij mensen kunnen wat dit betreft aan vele dieren een voorbeeld nemen. Het schijnt dat gewonde dolfijnen hun gewonde soortgenoten honderden kilometers bijstaan om op een veilige plaats te komen en van vele zoogdieren en vogels is bekend dat ze hun jongen vaak onder het grootste gevaar voor zichzelf voeden en verzorgen en ze met grote zelfopoffering beschermen. Dergelijke energieën, die voortkomen uit miljoenen jaren ontwikkeling van het leven op aarde, liggen ook besloten in het hart van elk individueel mens. Dan is het ook denkbaar dat op deze van leed zwangere aarde wonderen van barmhartigheid plaatsgrijpen".

‘Uit de muur eten of van de muur eten’
Ook wij mogen zulke mensen zijn in het voetspoor van de Heer zoals al die profeten van onze dagen. En als Fries denk ik aan pater Titus Brandsma van wie we komende zaterdag zijn sterfdag herdenken en misschien zit er wel zo'n profeet naast u in de bank, of woont er eentje bij u om de hoek. Laten ook wij proberen om dienend te zijn van dag tot dag en dat is "daadwerkelijk proberen te delen" met de ander, wie hij of zijn ook mag zijn opdat wij steeds meer mensen worden die woorden van waarde zullen spreken. Dan mogen ook wij ervaren dat velen zullen worden gevoed en dat wij gelukkig met de ‘brokken’ blijven zitten.