30 maart 2025
Mgr. Jan Hendriks
4e zondag van de Veertigdagentijd, co-kathedrale basiliek St. Nicolaas, Amsterdam

Lezingen:
Jozua 5, 9a.10-12
2 Korintiërs 5, 17-21
Lucas 15, 1-3.11-32

Het is voor ons en voor deze co-kathedraal een bijzondere vreugde en eer de relieken van het H. Kruis en de Doornenkroon hier te mogen ontvangen; vanuitJeruzalem, over Constantinopel (Istanbul) zijn die naar Amsterdam gekomen. Deze historische reliekhouder, stille getuige van de kerkgeschiedenis en van het lijden van Jezus Christus zal  hier worden geplaatst ter verering en gedachtenis van het offer dat Jezus Christus uit liefde voor ons op het kruis heeft gebracht.

Gelukkig zijn er steeds meer mensen die zich ervan bewust worden dat kunnen doen wat je wilt, je eigen gang kunnen gaan, jezelf kunnen zijn, ook niet alles is. Wie helemaal zit op de lijn van zijn eigen vrijheid aanvaard willen zien, van erkend en geaccepteerd willen worden zoals je bent of wilt zijn, mist misschien juist iets van wat het leven zo mooi en waardevol maakt.

Zeker, iedere mens is uniek en waardevol in zichzelf en de waardigheid van iedere mens vraagt om respect, maar ons leven wordt mooi en betekenisvol door de liefde, dienstbare, gevende liefde: liefde voor God en de naaste. Daarom moeten we eigenlijk wel naar een zekere balans zoeken tussen jezelf verwerkelijken en je geven en er zijn voor anderen, door onze dienstbaarheid en inzet voor een betere wereld, voor een naaste in een nood, bijvoorbeeld door de Vastenaktie. Alle inzet voor de naaste, ten bate van de samenleving, van cultuur, kerk, geloof en caritas, maakt de wereld beter en mooier en geeft ons leven meer betekenis en glans: door dienstbare inzet en liefde laten we een mooi spoor na.

Dus dan komt ook de vraag: kun je eigen behoeftes en wensen relativeren, zelfs opgeven voor een goede zaak? Zijn we in staat om offers te brengen voor een belangrijk doel? We staan allemaal weleens op een soort geestelijk kruispunt: kies ik deze weg, kies ik voor mezelf of kies ik voor een weg die zelfverloochening van me vraagt? Als je kind je nodig heeft, dan ben je er, al komt het niet goed uit en je geeft zorg aan je dierbaren, ook al vraagt dat veel.

De keuze die we noemen: 'kiezen voor jezelf' is niet perse verkeerd, of zo. Soms is iets echt te veel, je moet ook grenzen stellen, je hebt ook tijd en ademruimte nodig. En uiteindelijk kan die 'keuze voor jezelf', die 'tijd voor jezelf' de beste keuze en ook goed voor anderen zijn. Als een keuze niet goed is voor jezelf, is die misschien ook niet zo goed voor je naasten.
Er is een balans nodig; we mogen daarbij ook fouten maken en het doet een mens alleen maar goed als hij ook weer op zijn schreden terug kan keren.

We hoorden zojuist de parabel van de verloren zoon, die ook de parabel van de barmhartige vader genoemd wordt. Rembrandt schilderde die vader - beeld van God - terwijl die zijn verloren zoon verwelkomt met een vaderhand en een moederhand, want God is je vader en moeder tegelijk. Hij is trouwens geen man of vrouw, want God is geen mens, maar uiteindelijk een aanspreekbaar geheimenis, je kunt een mooie relatie met Hem krijgen, maar Hij gaat je ook altijd te boven.

De jongste zoon verlaat in de parabel zijn thuis. Hij kiest voor zichzelf, maar het is geen volwassen keuze; hij wil vrij zijn, zijn eigen weg gaan; en al is zijn vader nog niet dood, hij wil alvast zijn erfenis hebben, zodat hij die eigen weg kan financieren; hij wil zeker niet langer braaf dienen in het agrarisch bedrijf van zijn vader. De goede balans is duidelijk zoek en het wordt een harde leerschool voor die jongen: hij loopt tegen grenzen op, komt zichzelf tegen en dat zoeken naar vrijheid, naar zichzelf kunnen zijn, eindigt in dit verhaal in een vernederend werken tussen de varkens, die voor Joden onreine dieren zijn. Die jongen zit dus in een diep, diep dal. Maar dan heeft hij gelukkig - hoe vernederend dat ook is - de moed om met hangende pootjes naar zijn vader terug te gaan. Die moed tot nederigheid, die gaat hem redden, zo is dat ook voor ons: zijn vader staat met open armen klaar.

De Veertigdagentijd roept ons daartoe op: aarzel niet om naar je hemelse Vader te gaan, of om misschien weer terug te gaan.
Het sacrament van de biecht heeft daarom een speciale plaats in de voorbereiding op Pasen. Die weg naar de Vader kan niet anders zijn dan een weg naar dienstbare liefde, naar het voorbeeld van Jezus Christus. Hij heeft voor ons, voor allen, het offer van Zijn leven gebracht. Daaraan zullen in deze co-kathedrale basiliek de Testa-relieken van kruis en doornenkroon een blijvende en inspirerende herinnering zijn.