31e Zondag door het jaar (c)
Rector Patrick Kuipers
St. Lambertusbasiliek, Hengelo

Lezingen:
Wijsheid, 11, 23 - 12, 2

2 Tessalonicenzen 1, 11 - 2, 2
Lucas 19, 1-10

Er zijn verhalen uit de Bijbel die je een keer hebt gehoord en die je je hele leven bij blijven. Het verhaal van Zacheüs zit voor mij zeker bij de top tien. Ik herinner me nog de mooie tekening uit de kinderbijbel van Cramer-Schaap. Een enorme boom met dik groen blad, het vult de hele bladzijde. En tussen dat groen, goed verstopt, zien we een man die tussen de blaadjes doorkijkt naar wat er beneden op straat gebeurt.

Zacheüs was het hoofd van de belastingdienst van Jericho. Hij inde het geld voor de Romeinen, de bezetter. Bovendien werd hij er ook nog van beschuldigd dat hij een groot deel van het geld in eigen zak stak. Iemand die met de nek werd aangekeken door de inwoners van Jericho. Geen populaire jongen dus.

Door de vele mensen die hij via zijn werk ontmoette, had hij zeker gehoord van de man Jezus. Dat Hij ongekende dingen deed, dat Hij massa’s mensen op de been kreeg en dat Hij zieken genas en doden opwekte. Zo’n man zou Zacheüs wel eens willen zien. En dan doet zich de kans voor want Jezus komt naar Jericho. Hij is nieuwsgierig en klimt in een boom. Hij wil Jezus zien. Alleen zien. Verder niets. Verborgen in het groen van een boom. Onzichtbaar voor de mensen. Van een veilige afstand.

In zekere zin is dat een herkenbare houding. Velen van ons bekijken Jezus namelijk ook vaak van een afstand. De ideeën rond zijn persoon en zijn leven zijn heel wisselend en kleurrijk. Voor veel mensen is Hij een man van lang geleden, uit een heel ver land en een andere cultuur. Voor hen is de afstand te groot: Jezus spreekt hen niet meer aan.

Maar ook in de hoofden van gelovigen, mensen die zeggen wel ‘iets’ met Jezus te hebben, gaan heel verschillende opvattingen over Hem schuil. Voor sommigen is Hij de Meester die ons leert hoe wij zouden moeten leven, de Goeroe die ons een weg wijst. Voor een ander is Hij de grote weldoener, een voorbeeld, een mens zoals wij zouden moeten zijn. Voor nog weer andere is Jezus de Zoon van God, de Verlosser van de mensen. Zo zit Zacheüs dus in die boom. Nieuwsgierig. Van een afstand.

En dan gebeurt er iets dat het leven van Zacheüs op zijn kop zet. Hoewel hij zich goed verstopt heeft en niemand hem ziet zitten, blijft Jezus stil staan onder die vijgenboom. Hij zegt: ‘Zacheüs, vandaag moet Ik in uw huis te gast zijn.’

De mensen in Jericho zijn verbijsterd. Dat is toch ongehoord! Er zijn zoveel fatsoenlijke mensen in hun stad en Jezus gaat uitgerekend naar die afzetter toe. En Zacheüs klimt snel uit de boom en doet wat Jezus van Hem vraagt, hij ontvangt Hem in zijn huis. En tijdens het verblijf van Jezus gebeurt er nog iets wonderlijks. Zacheüs gaat als het ware open en zegt: ‘Heer, ik geef de helft van mijn bezit aan de armen.’ Dat is het begin van iets nieuws. Een nieuwe richting in zijn leven. En dat alleen omdat Jezus aandacht voor hem had en hem zag zitten. Letterlijk en figuurlijk. Dat is hoe Jezus is: Hij is gekomen om te zoeken en te redden wat verloren was.

En daarmee wordt het spannend, ook voor ons. Want Jezus op een afstand bekijken, dat gaat nog wel. Over Hem spreken als over iemand die 2000 jaar geleden geleefd heeft, dat heeft nog niet zo veel gevolgen voor ons leven. Maar als je Hem je huis laat binnengaan, als je Hem binnenlaat in je leven, dan wordt het anders. Dan ontstaat er een relatie. Dan wordt er iets van je verwacht. Het is niet meer vrijblijvend.

Jezus nodigt zichzelf vandaag ook bij ons uit, bij ieder van ons persoonlijk. Hij wil bij ons te gast zijn. Hij wil ons leven veranderen. Hij wil ons maken tot echte kinderen van zijn Vader. Als dat gebeurt, kunnen wij Zacheüs nazeggen: Vandaag is dit huis heil ten deel gevallen. Vandaag heb ik Jezus ontmoet en ik ben er een beter, gelukkiger mens van geworden. Ik wens het ons allemaal van harte toe.