23-10-2019

Vandaag is het precies 50 jaar geleden dat de VPRO rechtstreeks de huldiging van P.C. Hooftprijslaureaat Gerard Reve uitzond vanuit de rooms-katholieke Vondelkerk in Amsterdam. De gemeente Amsterdam besteedt vandaag op haar website aandacht aan deze “surrealistische uitzending”. 

De huldiging werd georganiseerd omdat Gerard Kornelis van het Reve de P.C. Hooftprijs 1968 voor verhalend proza was toegekend. De prijs, ter waarde van 8.000 gulden, werd op 26 augustus 1969 uitgereikt in het Muiderslot door KVP-minister Marga Klompé van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk. 

De bijeenkomst in de Vondelkerk, toen nog de Kerk van het Allerheiligst Hart van Jezus, schokte menig gelovige tv-kijker. Er steeg geen wierook op, maar slierten tabaksrook van vele sigaretten rokende aanwezigen. Het priesterkoor fungeerde nu niet als decor voor de Heilige Mis maar voor een werelds interview. En als klap op de vuurpijl maakte de ‘volksschrijver’, die zich in 1966 rooms-katholiek had laten dopen, de Katholieke Kerk ook nog eens belachelijk. 

Naast het interview waren er ook optredens van diverse artiesten: van klassiek zanger Herman Schey, van goochelaar Ted Alton, van Mary Servaes (Zangeres Zonder Naam), die Kleine Jantjezong, en van jongleur Hans Hudson. Tot slot werd door muziekvereniging ‘Tot aangenaam verpozen en nuttige uitspanning’ de hymne Nader tot U gespeeld, terwijl Reve hand in hand met zijn toenmalige vriend en minnaar over de rode loper richting de hoofduitgang van de kerk liep.

In het gesprek met interviewer Hans Keller noemde Reve de roomse kerk een “heerlijk” instituut, maar ook een “poppenkast”. En elke poppenkast heeft een Jan Klaasen nodig, vervolgt hij. Die rol wordt volgens Reve vervuld door “deze paus”, met wie hij Paulus VI bedoelde. “Deze man doet wat van hem verlangd wordt. Hij zegent automobielen, jachthonden, bromfietsen; hij ontvangt deputaties van huisvrouwen en dan spreekt-ie mensen toe en dan zegt-ie hoe het verderf om zich heen grijpt in film, televisie en overal, en hoe de rokken van de dames maar steeds korter worden. En dat is heel goed dat ie dat zegt. Ik bedoel: dat is noodzakelijk, de voorzienigheid die wil dat zo en daar is iedereen tevreden mee, maar daar hoeft niemand zich ook maar iets van aan te trekken.” 

Schrijver en dichter Gerard Kornelis van het Reve werd in 1923 geboren in Betondorp in Amsterdam-Oost. Zijn bekendste werken zijn De Avonden (1947), Werther Nieland (1949), Op weg naar het einde (1963), Nader tot U (1966), Lieve Jongens (1973), Moeder en zoon (1980) en Het Boek Van Violet En Dood (1996). Samen met Harry Mulisch en Willem Frederik Hermans wordt hij tot De Grote Drie van de naoorlogse Nederlandse schrijvers gerekend. Hij overleed op 8 april 2006 in Zulte, in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen.