2e zondag van de Advent (b)
Kathedrale Basiliek Sint Jan, Den Bosch
Mgr. Gerard de Korte

Jesaja 40, 1-5.9-11
2 Petrus 3, 8-14
Marcus 1, 1-8

Advent, broeders en zusters, vormt een tijd die verbonden wordt met noties als wachten en verwachten. De mensen die vandaag in de Schriftlezingen aan het woord komen, weten wat verwachten is.

Jesaja schrijft tijdens een dieptepunt in de geschiedenis van het joodse volk. God lijkt zijn volk losgelaten te hebben. Het grote Babylon heeft het kleine Israƫl onder de voet gelopen. De tempel is verwoest. Het land bezet. En de elite van het volk is afgevoerd naar Babel. Alles lijkt verloren.
In die situatie spreekt Jesaja woorden van troost en bemoediging. God is trouw. De tijd van de ballingschap is bijna voorbij. Er komt een tijd van herstel en wederopbouw.
In de eerste lezing horen wij een opgetogen profeet over die verwachting spreken.

Naast Jesaja is ook Johannes de Doper een profeet vol van verwachting. Johannes een man in de marge van de samenleving. Hard voor zichzelf en hard voor zijn hoorders. Bij de rivier de Jordaan is Hij gaan dopen. Mensen moeten zich wassen. Zij moeten zich reinigen en zuiveren. Een uiterlijk teken van innerlijke vernieuwing. Mensen moeten hun leven een wending geven om zo de komende Messias tegemoet te leven. De Messias die zal dopen met de heilige Geest.

Wat doen wij met de verwachting van Jesaja en Johannes de Doper?
Grote kans dat in uw hart vooral onzekerheid aanwezig is. Helemaal geen verwachting of verwondering. Wij leven immers in een nare tijd. Een onzichtbaar virus maakt mensen ziek en doet een aantal van hen sterven. Het virus maakt eenzame mensen nog eenzamer. Het virus betekent voor niet weinigen het verlies van een baan of de ondergang van een bedrijf.

In de huidige situatie kan iedere verwachting in ons hart worden gedoofd. Geen groot vergezichten zoals bij Jesaja of De Doper. Het leven wat vlak, zouteloos, zonder geur of smaak. Maar kunnen wij zo werkelijk zinvol leven? Van de ene dag in de andere? Moeten wij een woord als verwachten maar uit ons woordenboek schrappen?
Johannes zegt dat Degene die na hem komt zal dopen met de Geest. Wij hebben de Messias ontdekt in Jezus. Hij wil ons met zijn Geest kracht geven. Hij wil alle slachtoffers van de coronacrisis troosten en bemoedigen. Hij wil de grauwsluier van ons leven wegnemen.

Jezus doopt ons met de Geest. De Heer wil ons nieuwe ogen geven Ons tot mensen maken met een verwachtingsvol hart.
Dat betekent om tegen alle ellende van deze tijd in mensen te blijven van geloof, hoop en vooral van liefde.

Wij vieren de tweede zondag van de Advent. Er branden twee kaarsen zoals u ziet. Twee kleine vlammetjes. Twee lichtjes op de Adventskrans. Licht op ons pad. Licht dat ons onzekere hart wil bemoedigen. Ons kleine leven omsloten door het grote licht van Christus.
Wij zijn op weg naar zijn geboortefeest. Kerstmis 2020. Het zal ongetwijfeld anders gevierd worden dan gewoonlijk. In klein verband. Ook in ons kerken. Nu nog met 30. Misschien is er met het Kerstfeest meer mogelijk, maar de getallen zullen sowieso laag blijven.
Maar het hart van het feest blijft gelijk: Jezus komt naar ons toe. Als Emmanuel: God met ons.

Gelukkig de mens die Gods vrede en licht mag ontmoeten in het gelaat van Christus.
Ik wens u dat geluk toe.