Annemiek probeerde haar woede altijd te onderdrukken, maar nu komt ze erachter dat die woede bruikbare brandstof kan worden. ‘Nu de furie in mij los mag, ervaar ik dat mijn drift gewoon pure levensvreugde is.’
Bestemming bereikt. Die twee woorden komen in me op nu mij een elektrische zaag wordt aangereikt. Ik mag de wilgen knotten. Heerlijk. Voor de bomen is het eerder bevrijdend dan beknottend, zo wordt me verzekerd. De wilgen tieren er juist welig bij. Dus ga ik los. De laatste tijd hoor ik van verschillende vrouwen dat ze op zoek moeten naar hun woede, want die kunnen ze nergens vinden.
Ik probeer mijn welig tierende woestheid juist voortdurend te slim af te zijn om erger te voorkomen. Onlangs zei een vriend dat mijn stukjes een tikje relativerend zijn. Ja, dat krijg je ervan. De brullende aap in mij is kennelijk behoorlijk afgericht, want woede is niet damesachtig.
'Mijn drift is gewoon pure levensvreugde'
Nu ik de gierende zaag hanteer, merk ik dat het wel verstandig is om enige concentratie aan de onstuimigheid toe te voegen. Voor je het weet is je knieschijf er afgezaagd. De wilgentakken zijn flinke jongens waarmee het heerlijk slepen is. Dus woede kan bruikbare brandstof worden, blijkt nu.
Ik voel hoe mijn verwaarloosde spieren feest beginnen te vieren. Mijn moeder verzuchtte vroeger weleens dat ‘mannen te veel zittende beroepen hebben’, als ik weer eens werd lastiggevallen door de rijinstructeur. Hoe waar is dat voor iedereen.
Nu de furie in mij los mag, ervaar ik dat mijn drift gewoon pure levensvreugde is. Het begint te regenen. Alles stroomt. Bestemming bereikt.