Anouk Dorfmann was lang op zoek naar haar joodse identiteit. Na een lang en moeizaam bekeringsproces heeft ze deze eindelijk gevonden.

Anouk Dorfmann voelde als kind al een sterke verbondenheid met het jodendom. De muziek, het eten en de culturen spraken tot haar verbeelding. Als dochter van een joodse vader en een niet-joodse moeder had ze echter altijd het gevoel er niet helemaal bij te horen. Toen ze er op achtjarige leeftijd achter kwam dat ze officieel niet joods was, begon een lange zoektocht naar haar identiteit.

Ze bleek zich geroepen te voelen tot een vroom joods leven en is na een lang en moeizaam bekeringsproces bekeerd tot het orthodox jodendom. Als theatermaakster en zangeres reflecteert Dorfmann nu op haar zoektocht en de tegenslagen op haar pad.

De verwondering
De verwondering

Het is de tijd van Chanoeka, het feest van de bevrijding van de heilige tempel in Jeruzalem en het wonder dat de kandelaar bij de herinwijding acht dagen lang bleef branden. Het feest symboliseert het openlijk uitkomen voor de joodse identiteit.

De kaarsen worden namelijk bij voorkeur buiten, of anders binnen voor het raam aangestoken, zodat iedereen het licht kan zien. Het zal geen verbazing wekken dat deze thematiek van uitkomen voor je joodse identiteit vele parallellen heeft met het leven van Anouk Dorfmann.

Bekijk hier deze aflevering 

De inspiratietekst van Anouk Dorfmann

Ook al kleuren wolken blauwe hemels grijs
Denk nooit ik ben aan het einde van mijn reis
Er is tijd, dit is nog niet het laatste spoor
Men herkent ons aan de tred, we lopen door

Van groene palmenstranden tot aan sneeuwwit land
Lopen we door met onze pijn steeds in de hand
En zelfs na het vallen van de laatste druppel bloed
Blijft er een vlek van onze kracht en onze moed

Zie de morgenzon verzacht de lange reis
En gisteren vervaagt, met kou en ijs
Maar verschijnt de zon niet meer en blijft de vorst
Hoor dan dit lied en zing het mee uit volle borst

Dit lied is niet met lood geschreven maar met bloed
Het is een lied van zilte tranen, niet van zoet
Dit lied is oud en van een ingevallen land
En wordt gezongen met granaten in de hand

Zog nit keynmol, Hirsch Glik
vertaling van Koen Thomassen