Voor het eerst in driehonderd jaar is de Heilige Trap tegenover het Lateraans Paleis in Rome weer in oorspronkelijke staat te bezichtigen. Volgens de overlevering zou Jezus in Jeruzalem de trap hebben bestegen om door Pontius Pilatus berecht te worden. In de vierde eeuw liet keizerin Helena de 28 treden naar Rome verschepen.

De Heilige Trap, waarop zich vier bloedvlekken van Jezus zouden bevinden, trekt elk jaar meer dan twee miljoen bezoekers. Boetvaardige pelgrims bestijgen de trap op de knieën. Zes jaar geleden startte de restauratie van het heiligdom waar de trap zich bevindt. 

In 1723 werd de marmeren trap op last van paus Innocentius III bedekt met notenhouten planken. Die moesten voorkomen dat het marmer door de massale toestroom van pelgrims verder beschadigd zou raken.

Vanmiddag werd de gerestaureerde Scala Sancta(Heilige Trap) door kardinaal Angelo De Donatis, de vicaris-generaal van het bisdom Rome, voor het publiek geopend. Tot 9 juni (Pinksteren) zijn de treden zonder de houten bescherming te bestijgen. Schoenhoesjes zijn daarbij verplicht.

Het oudste nog bestaande document waarin de Heilige Trap wordt vermeld is de Liber Pontificalis, ten tijde van paus Sergius II (844-847). In 1589, tijdens het pontificaat van Sixtus V, werden de marmeren treden verplaatst naar het pauselijk paleis vlakbij de kathedrale basiliek van Sint-Jan van Lateranen. Vervolgens liet de paus een speciaal bouwwerk tegenover het paleis bouwen, dat nog steeds als het heiligdom van de Heilige Trap dienst doet. In 1853 werd er een klooster van de Congregatie van de Passie bijgebouwd. De passionisten zijn tot op heden de beheerders van de Heilige Trap.