‘Ik had een appeltje te schillen met God. Op een nacht heb ik straalbezopen tegen Hem staan tieren en vloeken,’ vertelt Pete Pronk in De verwondering. Dat leerde hem dat je ziel altijd tevoorschijn wil komen, gezien wil worden en contact wil maken.
Verhalenverteller Pete Pronk groeide op als enig kind. Op zijn zestiende overleed zijn moeder aan de gevolgen van de ziekte van Huntington. ‘Mijn vader zei dat het goed was, omdat mijn moeder nu in de hemel was. Toen werd ik zo kwaad: ‘Sodemieter op met je hemel! Ze hoort hier te zijn.’
Ontsnappen en verdoven
Na de dood van zijn moeder begon zijn vader veel te roken en te drinken. Pete deed mee. Ook zijn diensttijd was een periode van ontsnappen en verdoving. Het had niet veel gescheeld, of hij was in de goot beland. Maar zijn vrouw Lida was zijn redding. ‘Zij was de eerste die er voor me was en gewoon naar me luisterde.’
Zien en gezien worden
Pete had al heel jong de diepe behoefte om gezien te worden. Door de lens van een fotocamera oefende hij zichzelf in het zien, want het zien van de ander en zelf gezien worden gaan samen.
De fotografie leerde hem dat beelden verhalen vertellen. ‘Het was de beste vooropleiding om theologie te gaan studeren, want de fotografie heeft me geleerd te zien. De mensen die in de Bijbelse verhalen wonen – zo zie ik dat – die willen ook gezien zijn. Die hebben mij iets te zeggen.’
Pete probeert verhalen te laten leven door ze beeldend te vertellen. Zo vertelt hij in gesprek met Annemiek levendig over het verhaal van Hanna in de tempel, vanuit zijn fascinatie voor bidden en de vormen die dat kan aannemen. ‘Hanna is het mensenkind bij uitstek dat mij heeft geleerd wat bidden zou kunnen zijn. Ze schreeuwt te schreeuwen, ze jankt te janken.’
‘Je stem is het ventiel van je ziel’
Op adem komen
Hanna’s geschreeuw bracht hem op het spoor van de menselijke stem. ‘Je stem is het ventiel van je ziel. Je ziel wil tevoorschijn komen en contact maken.’ Pete neemt Annemiek mee op reis met zijn stem, om te ontdekken waar ze dan terechtkomen.
Met een eigen lied roept hij op om te ademen, juist omdat onze adem zo vaak gevangen lijkt te zitten. De adem des levens, die hij zijn vrouw Lida ontnomen zag worden door haar reuma, is de sleutel tot alles.
Dat geeft hij de kijker mee. ‘Wat ik kan doen om op adem te komen, is – als het kan - de ander echt te zien.’ En dat kan soms zelfs zonder woorden: ‘Je kunt het niet benoemen. En dat hoeft ook niet.’ Stil samenzijn is een vorm van gebed, net als vloeken in een weiland.
Kijk deze aflevering terug op NPO Start
Of beluister De verwondering als podcast: