Vaticaanstad, 14 februari 2021 – Paus Franciscus heeft vandaag in zijn angelustoespraak gesproken over het verhaal van de genezing van de melaatse in het Marcusevangelie. Daaruit destilleerde de paus drie kenmerken van de “stijl van God”: nabijheid, mededogen en tederheid.
Franciscus verscheen net als vorige week weer in het gebruikelijke venster van het Apostolisch Paleis voor het angelusgebed. Op een zonovergoten Sint-Pietersplein was een kleine menigte aanwezig. Er stond een harde wind, waardoor de rode banier met het wapen van Franciscus die onder het raam was opgehangen, in het gezicht van de paus terechtkwam.
De paus gaf zoals gebruikelijk uitleg aan de evangelielezing van de zondagsmis. Vandaag was dat het verhaal over de genezing van een melaatse die op Jezus afstapte (Mc 1, 40-45).
De pontifex wees erop dat er in de tijd van Jezus strenge wetten golden wat betreft de omgang met melaatsen. Uit angst om niet besmet te raken, werden deze 'onreinen' uit de samenleving gebannen. Zij mochten geen toenadering zoeken tot gezonde mensen en gezonde mensen moesten uit hun buurt blijven.
In het verhaal is volgens Franciscus sprake van twee overtredingen van de wet: de eerste wordt begaan door de melaatse die op Jezus afstapt en de tweede door Jezus die de melaatse aanraakt. “Met dit gebaar toont Jezus dat God niet onverschillig is, dat Hij zich niet op een veilige afstand houdt; integendeel, Hij komt met ontferming naderbij en raakt ons leven aan om het met tederheid te genezen. Dat is Gods stijl: nabijheid, medeleven en tederheid. God overtreding; Hij is een grote overtreder in deze zin.”
De barmhartige houding van Jezus trok de melaatse aan. Die houding hebben volgens Franciscus ook vele goede biechtvaders: “Van het aantrekken van mensen. Er zijn zoveel mensen die niets voelen, die zich terneergeslagen voelen vanwege hun zonden... Maar met tederheid, met mededogen... Goed zijn die biechtvaders die niet met de zweep in de hand staan, maar slechts ontvangen, luisteren en zeggen dat God goed is en dat God altijd vergeeft, dat God niet moe wordt te vergeven. Aan deze barmhartige biechtvaders vraag ik vandaag, aan u allen, om een applaus, hier, op het plein, iedereen.”
Na het angelusgebed dankte de Heilige Vader allen die zich inzetten voor de opvang van migranten.
De paus sprak verder over de heilige gebroeders Cyrillus en Methodius, die op 14 februari worden herdacht. Deze missionarissen onder de Slavische volkeren werden door paus Johannes Paulus II uitgeroepen tot co-patronen van Europa. Franciscus bad op voorspraak van de beide heiligen voor de eenwording van de katholieke kerk en de oosters-orthodoxe kerken, “met respect voor de verschillen”.
Franciscus had het ook over Valentijnsdag. “En ik kan niet nalaten om vandaag, de dag van Sint-Valentinus, mijn gelukwensen uit te spreken aan verloofde paren en de verliefden: ik begeleid hen met mijn gebed en ik zegen hen.”