Bagdad, 5 maart 2020 – Paus Franciscus heeft op de eerste dag van zijn bezoek aan Irak de Syrisch-katholieke kathedraal in Bagdad bezocht. Deze kerk werd op 31 oktober 2010 tijdens de avondmis getroffen door een terreuraanval waarbij meer dan veertig kerkgangers werden vermoord.
“Wij zijn bijeen in deze kathedraal van Onze Lieve Vrouw van Verlossing, geheiligd door het bloed van onze broeders en zusters die hier de ultieme prijs betaalden voor hun trouw aan de Heer en zijn Kerk”, zei de paus in zijn toespraak tot de aanwezige bisschoppen, priesters, zusters, broeders, seminaristen en andere gelovigen.
“Moge de herinnering aan hun offer ons inspireren om ons eigen vertrouwen in de kracht van het kruis en zijn reddende boodschap van vergeving, verzoening en wedergeboorte te vernieuwen. Want christenen zijn geroepen om in alle tijden en overal te getuigen van de liefde van Christus. Dit is het evangelie dat ook in dit geliefde land moet worden verkondigd en belichaamd”, preekte de pontifex, gezeten aan een tafeltje voor het altaar.
Encyclopedie: Syrisch-Katholieke Kerk
Om 16.40 uur plaatselijke tijd (14.40 uur Nederlandse tijd) was de Heilige Vader in de kathedraal gearriveerd. In deze kerk staat de cathedra van de aartsbisschop van de Syrisch-katholieke archeparchie (oosters aartsbisdom) Bagdad.
Op het plein voor de kathedraal van Onze Lieve Vrouw van de Verlossing (Arabisch: Sajidat al-Nadjat) hadden twaalf gehandicapten en hun begeleiders de paus opgewacht (zie foto). Bij zijn aankomst werd hij bij de ingang van de kathedraal begroet door Ignace Joseph III Younan, patriarch van Antiochië der Syriërs; en aartsbisschop Ephrem Yousif Abba Mansoor.
De paus hield zijn speech nadat hij was toegesproken door zowel de Syrisch-katholieke patriarch als kardinaal Louis Raphaël Sako, patriarch van Babylon der Chaldeeën en voorzitter van de Iraakse bisschoppenconferentie.
“Ontberingen maken deel uit van de dagelijkse ervaring van de Iraakse gelovigen”, zei de paus. “In de afgelopen decennia hebben u en uw medeburgers te maken gehad met de gevolgen van oorlog en vervolging, de kwetsbaarheid van de basisinfrastructuur en de voortdurende strijd voor economische en persoonlijke veiligheid, die vaak heeft geleid tot interne ontheemding en de migratie van veel mensen, onder wie christenen, naar andere delen van de wereld.”
Franciscus sprak later in zijn toespraak opnieuw over de slachtoffers van de terreuraanslag in de kathedraal. Hij zei dat hun zaligverklaringsproces inmiddels is geopend. “Hun dood herinnert ons er op krachtige wijze aan dat het aanzetten tot oorlog, haatdragende attitudes, geweld of het vergieten van bloed onverenigbaar zijn met de authentieke religieuze leer. Ik wil ook alle slachtoffers van geweld en vervolging gedenken, ongeacht de religieuze groepering waartoe zij behoren.”
Op zaterdagavond 31 oktober 2010 vielen zes zelfmoordjihadisten van een groep met de naam ‘Islamitische Staat van Irak’ (ISI) de kathedraal binnen en begonnen zij kerkgangers dood te schieten. Uren later bestormden Iraakse commando’s de kathedraal, waardoor de terroristen ertoe werden gebracht hun zelfmoordvesten tot ontploffing te brengen. Achtenvijftig kerkgangers, priesters, politieagenten en omstanders werden gedood en achtenzeventig raakten gewond of verminkt.
Eind november 2010 werd ISI-leider Huthaifa al-Batawi, die ervan werd beschuldigd het brein achter de aanslag te zijn, samen met elf anderen gearresteerd. Op 8 mei 2011 ontsnapten Batawi en tien hooggeplaatste Al Qaida-militanten uit de gevangenis. Daarbij vermoordden zij de brigadegeneraal van de contraterreurdienst van het stadsdistrict Karrada. Een Iraaks SWAT-team slaagde er uiteindelijk in hen allen te doden. Op 2 augustus 2011 werden drie andere mannen in verband met de aanslag ter dood veroordeeld; een vierde kreeg twintig jaar gevangenisstraf. In 2012 werden de vonnissen door een hof van beroep bevestigd.