Den Bosch, 19 januari 2021 - Rooms-katholieken in Nederland krijgen dit jaar geen askruisje op hun voorhoofd om het begin van de Veertigdagentijd in te luiden. Vanwege de coronacrisis zullen priesters de gelovigen niet aanraken, maar de as boven hun hoofd uitstrooien. Die richtlijn heeft de Nationale Raad voor Liturgie (NRL) in opdracht van de Nederlandse Bisschoppenconferentie en in navolging van een Vaticaanse aanpassing van het ritueel.

Het halen van een askruisje op de woensdag na carnaval is een teken van boete en bezinning. De as wordt doorgaans verkregen door palmpasentakjes van het vorige jaar te verbranden.

Dit jaar zullen priesters de as zegenen en besprenkelen met wijwater. Daarna moet de celebrant zijn handen wassen en een mondneusmasker opzetten. Vervolgens strooit hij zonder te spreken as uit boven het hoofd van elke kerkganger, aldus de richtlijn. 

Traditioneel kent men voor het asritueel twee verschillende vormen: het strooien van as boven het hoofd van degene die aan deze boeteritus op Aswoensdag deelneemt, en het getekend worden met as (in de vorm van een kruisteken) op het voorhoofd. De Nationale Raad voor Liturgie adviseert dat tijdens de pandemie op Aswoensdag alleen gebruikt gemaakt wordt van de eerste vorm. Die is het oudst en gebaseerd op Bijbelse gebruiken.

Aswoensdag valt dit jaar op 17 februari. Het voorafgaande carnaval gaat dit jaar vrijwel nergens door om verspreiding van het coronavirus te voorkomen.