Gemeenten die al tientallen jaren te weinig woonwagenstandplaatsen bieden, zijn daar zelden van op de hoogte. Dat blijkt uit een rondgang van Pointer (onderzoeksjournalistiek van KRO-NCRV) langs de gemeenten die 20 jaar eerder door het ministerie van Volksgezondheid, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer zijn aangewezen als ‘tekortgemeente’: gemeenten met een substantieel tekort aan woonwagenstandplaatsen.
De tekorten werden nauwelijks aangepakt. Meer dan de helft van de 46 tekortgemeenten weet niet dat er een historisch tekort bestaat. In slechts 8 gevallen is het vastgestelde tekort de afgelopen twintig jaar aangevuld.
Zestien gemeenten bouwen ondanks bestaande tekorten actief het aantal standplaatsen af. De meeste standplaatsen verdwijnen in Maastricht (85), Amsterdam (77) en Emmen (46). In Den Haag, Apeldoorn, Dordrecht en Venlo, waar tot 2001 nog veel standplaatsen bijkomen, werd daarna weer op grote schaal afgebouwd. Dit blijkt uit gegevens die gemeenten de afgelopen 20 jaar zelf aan de Rijksoverheid doorgeven. Op de website van Pointer vertellen woonwagenbewoners uit drie tekortgemeenten – Roosendaal, Den Haag en Groningen – wat het tekort aan woonwagenstandplaatsen voor hen betekent.
Schending van mensenrechten
Als Europese lidstaat is Nederland verplicht de culturele woonvorm van Sinti, Roma en woonwagenbewoners voldoende te faciliteren. Dit staat besloten in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Gebeurt dat niet, dan schendt Nederland internationaal beschermde mensenrechten.
Hoewel gemeenten sinds 1999 verantwoordelijk zijn voor het woonwagenbeleid, is de Rijksoverheid verantwoordelijk voor het beschermen van mensenrechten. Volgens mensenrechtenadvocaat Jelle Klaas is het dan ook belangrijk dat de Rijksoverheid gemeenten goed in de gaten houdt: “Er zijn verschillende rapportagemomenten waarin de Nederlandse overheid naar het internationale veld duidelijk moet maken hoe zij omgaan met woonwagenbewoners. Nederland heeft daarin momenteel niet zo’n goed trackrecord.” Als Nederland geen duidelijke vooruitgang kan aantonen, kan het uitmonden in een rechterlijke veroordeling door het Europees Hof.