In deze reeks artikelen vertellen drie vrouwen hoe het was om op te groeien met een ouder met een verslaving.

Trigger warning: Dit artikel bevat verwijzingen naar verslaving, huiselijk geweld, mentale gezondheidsproblemen, zelfbeschadiging en suïcidaliteit.

Zie jij het leven niet meer zitten? Praten kan opluchten. Je kan 24/7 anoniem chatten via 113.nl of bellen met 113 of 0800-0113 (gratis)

Sitaya Zomer was te gast bij Spot On. Zij vertelde ons over hoe het voor haar was om op te groeien in een gezin met een depressieve moeder met een verslaving en een vader die niet altijd thuis woonde. In het interview vertelt ze hoe ze, op elfjarige leeftijd, samen met haar zus alle taken in het huishouden en de verzorging van haar moeder op zich namen. Hun moeder stond onder toezicht en kreeg begeleiding van diverse instanties. Jammer genoeg was die ondersteuning er niet voor haar en haar zus.

Helaas zijn er veel kinderen in een vergelijkbare situatie. Er zijn geen specifieke cijfers over kinderen van ouders met een verslaving, maar het Trimbos Instituut telt jaarlijks 405.000 ouders met een psychische stoornis en/of verslaving. Dat zorgt ervoor dat er jaarlijks zo’n 577.000 kinderen opgroeien met een ouder met psychische en/of verslavingsproblemen. Deze kinderen lopen het risico om vroeg of laat dezelfde soort problematiek te ontwikkelen. Sinds de coronacrisis blijft het aantal meldingen van huiselijk geweld toenemen bij de kindertelefoon. Vooral op de momenten dat scholen sluiten raken deze kinderen sneller uit zicht. Suzanne (20), Christa (27) en Selin (23) vertellen hoe het was om op te groeien met een ouder met een verslaving.

In dit artikel doet Suzanne haar verhaal:

Suzanne (20) is werkzaam in de zorg

‘’Mijn ouders gingen scheiden toen ik drie was. Op dat moment had ik mijn vader al een half jaar niet gezien. Ik ging bij mijn moeder wonen en zij besloot dat ze het contact tussen mijn vader en mij rustig wilde opbouwen. Niet alleen omdat ik hem al zo lang niet had gezien, maar ook omdat hij dronk. De rechter heeft mijn vader in het gelijk gesteld. Mijn moeder ging nog twee keer in hoger beroep, maar dit mocht niet baten.’’

‘’Van mijn vierde tot mijn dertiende ging ik om het weekend naar mijn vader toe. Ik was altijd erg eenzaam. Mijn vader woonde samen met zijn vriendin op een afgelegen plek dus ik had ook geen vrienden om mee af te spreken. Wanneer hij op een bepaalde manier praatte, bewoog of uit zijn ogen keek wist ik dat ik stil moest zijn. Hij heeft altijd al gedronken, dus ik wist niet beter. Maar ik ben er wel heel waakzaam door geworden. Wanneer hij in slaap viel wist ik dat het veilig was.’’

‘’Wanneer mijn moeder mij kwam ophalen bij mijn vader begon ik haar in haar hand te knijpen. Ik durfde niets te zeggen, het knijpen was een schreeuw om hulp.’’

Suzanne

‘’Ik kon er niet over praten tegen mijn moeder. Ik wist namelijk dat mijn vader haar ook slecht behandelde, en ik wilde haar beschermen. Daarnaast heeft mijn vader mij als kind gezegd dat er altijd poppetjes op mijn schouders zitten die met mij meekijken. Daarom durfde ik veel dingen niet te zeggen of te doen. Maar mijn ze kon het wel aan me merken. Wanneer mijn moeder mij kwam ophalen bij mijn vader begon ik haar in haar hand te knijpen. Ik durfde niets te zeggen, het knijpen was een schreeuw om hulp.’’

‘’Doordat mijn vader een narcistische persoonlijkheidsstoornis heeft, kan hij niet op zichzelf reflecteren. Hij geeft iedereen de schuld behalve zichzelf. Hij heeft me verwaarloosd en geestelijk mishandeld. Door de alcohol was zijn rem eraf. Ik heb heel traumatische ervaringen, soms werd hij heel erg boos en ging hij met dingen smijten.’’

‘’Toen ik dertien was las ik een boek over hoe je voor jezelf moet opkomen. Ik besloot om dat te doen en zei dat ik niet meer naar mijn vader wilde. Dit vond ik heel eng, want mijn vader komt best dreigend over.’’

Suzanne

‘’Toen ik dertien was las ik een boek over hoe je voor jezelf moet opkomen. Ik besloot om dat te doen en zei dat ik niet meer naar mijn vader wilde. Dit vond ik heel eng, want mijn vader komt best dreigend over. Mijn moeder en ik hebben het eerst geprobeerd uit te praten met mijn vader en zijn vriendin. Toen heeft mijn vader ons het huis uit gestuurd. Later heb ik nog met een psycholoog geprobeerd om in gesprek te komen, maar dat liet hij afweten.’’

‘’Ik kreeg regelmatig dreigmails van hem. Hij kwam ook langs mijn school om me op te zoeken. Hij was me echt aan het stalken, en dat maakte dat ik me onveilig voelde en constant alert was. Ik heb ook aangifte gedaan bij de politie, maar daar is niets mee gedaan.’’

‘’De situatie met mijn vader heeft veel invloed gehad op mijn leven. Het ging niet goed op school, ik heb last van trauma’s en ik ben altijd alert. Het heeft ook invloed op mijn relaties. Je zoekt toch een bepaalde soort liefde en aandacht die je hebt gemist bij je vader. Doordat je het gewend bent om uitgescholden en verwaarloosd te worden val je al snel op verkeerde mannen. Je hebt niet echt een referentie, dus je kunt ook niet zeggen ‘dit is geen goede relatie’.’’

‘’Op mijn dertiende verbrak ik het contact met mijn vader. Ik raakte in een zware depressie en werd suïcidaal.’’

‘’In groep vier ging ik voor het eerst naar de psycholoog. Mijn vader kwam erachter en heeft gezegd dat ik daar niet meer heen mocht. Om verdere escalatie te voorkomen zijn we daar toen ook mee gestopt. Op mijn dertiende verbrak ik het contact met mijn vader. Ik raakte in een zware depressie en werd suïcidaal. Ik ben toen terug gegaan naar de psycholoog en dat heeft me goed gedaan. Daar heb ik aan traumaverwerking en rouwverwerking gedaan. Want eigenlijk ben je aan het rouwen om iemand die nog in leven is. Daar heb ik veel hulp bij gekregen en daarom kan ik er nu over praten. Ik heb het losgelaten, maar op de een of andere manier blijft het toch altijd aanwezig.’’

Fan van Spot On?

Wij bundelen voor jou de meest powerful verhalen van én voor sterke vrouwen!