Tijdens zijn correspondentschap in Zuid-Korea stuit Jeroen Visser op een gestrande onderzeeër. Noord-Koreaanse spionnen moeten zich door een noodlottig ongeval op Zuid-Koreaanse bodem begeven. Ze worden achtervolgd door 40.000 soldaten, een bloedige klopjacht waarbij één iemand het heeft overleefd. Visser ging op zoek naar die ene spion. Hij schreef het boek 'Noord-Korea zegt nooit sorry'.