Een rooms-katholieke geestelijke die belast is met de zielzorg van specifieke groepen (militairen, jeugdigen, arbeiders, gevangenen) wordt aalmoezenier genoemd.

Etymologie

Het Nederlandse woord ‘aalmoezenier’ is ontleend aan het Oudfranse almosnier, dat teruggaat op het Latijnse eleemosynarius. Dat is weer afgeleid van het woord voor ‘barmhartige gift’: eleemosyna (Grieks: ελεημοσυνη).

Liefdadigheid

Het Middelnederlandse aelmoesenier was de aanduiding voor een geestelijke die de aalmoezen van de Kerk beheerde of verdeelde, of toezicht hield op het armbestuur in de steden.

Pauselijk aalmoezenier

Binnen de Romeinse Curie bestaat de functie van Aalmoezenier van Zijne Heiligheid. Deze prelaat is hoofdverantwoordelijke voor de pauselijke caritas.

Geestelijk verzorgers

In Nederland heeft de naam niets meer te maken met aalmoezen. Aalmoezeniers zijn nu katholieke geestelijke verzorgers van bepaalde groepen als militairen, gevangenen, reizigers en scouts.

Krijgmacht

In de Nederlandse krijgsmacht bestaan legeraalmoezeniers, vlootaalmoezeniers en luchtmachtaalmoezeniers. Hoewel deze katholieke pastoraal werkenden een uniform dragen en een militaire rang hebben, blijven ze burgers. De katholieke geestelijke verzorgers in het Nederlandse gevangeniswezen worden ‘justitieaalmoezenier’ genoemd.