kroning celestinus v

De heilige paus Celestinus V (1215-1296) was paus van 5 juli tot 13 december 1294. Geboren als Pietro Angelerio, trad hij op zeventienjarige toe tot de benedictijnen. Met een uitgesproken hang naar ascetisme en eenzaamheid, zonderde hij zich af in een grot op de berg Morrone. Sindsdien werd hij ook wel Pietro da Morrone genoemd. Hij geldt als de oprichter van de celestijnen, de ascetische tak van de benedictijner familie. Hij werd paus nadat hij een beroep had gedaan op de kardinalen, die al twee jaar bijeenwaren in conclaaf, om nu eens eindelijk iemand te kiezen. Niet opgewassen tegen de politieke druk van het pausambt, trad hij al na enkele maanden af.

Jeugd

Volgens de overlevering zou Pietro een zoon zijn geweest van Angelo Angelerio en Maria Leone. Hij werd geboren in 1215 in Sant'Angelo Limosano in de huidige regio Molise. Hij verloor zijn vader op jeugdige leeftijd en werkte vervolgens op het land. Zijn moeder schijnt van grote invloed geweest te zijn op zijn spirituele ontwikkeling. Zij zag een andere toekomst voor haar zoon dan als landarbeider. Onder haar invloed trad de intelligente jongen op zeventienjarige in bij de benedictijnen van Faifoli in het bisdom Benevento.

Kluizenaar

Lang bleef hij daar niet. Pietro had een sterke hang naar ascetisme en vestigde zich in 1239 in een eenzame grot op de berg Morrone. Vijf jaar later verliet hij deze grot om zich metterwoon te vestigen in eenzelfde soort grot op de berg Maiella, in de Abruzzen. Bronnen vermelden dat Pietro er een straf regime van zelfkastijding op nahield.

Celestijnen

Op de berg Maiella stichtte hij in 1244 een eigen congregatie, die later naar hem genoemd zou worden: de celestijnen. Zijn congregatie, waarvan de leefregels grotendeels gebaseerd waren op de Regel van Benedictus, en gedeeltelijk op Pietro's eigen levensstijl, verkreeg in 1264 pauselijke goedkeuring van paus Gregorius X. De congregatie groeide snel. Pietro zag zijn stichting uitgroeien tot een geheel van zesendertig kloostergemeenschappen met meer dan zeshonderd monniken. Hij was lange tijd generaal-overste van de congregatie, waarvan hij de leiding pas overdroeg toen er een zekere stabiliteit was ingetreden.

Pausverkiezing

Na de dood van paus Nicolaas IV in 1292 verzamelden zich de kardinalen in Perugia voor de verkiezing van een opvolger. Het zou een van de langste pausverkiezingen in de geschiedenis van de Kerk worden. De elf kardinalen slaagden er niet in een geschikte paus te vinden. In 1294 werd de kardinalen een brief bezorgd van Pietro da Morrone, waarin hij zei dat God hem geopenbaard had dat de kieskardinalen zeer zwaar zouden worden gestraft indien de pauskeuze nog langer op zich zou laten wachten. Daarop besloten de kardinalen tot een bijzonder antwoord: zij kozen Pietro tot nieuwe pontifex.

Perdonanza Celestiniana

Een delegatie van kardinalen reisde af naar Pietro's grot, waar zij heel wat moeite moesten doen om de kluizenaar over te halen het Petrusambt te aanvaarden. Hij deed dat uiteindelijk en nam de naam Celestinus aan. In zijn eerste bul beloofde hij een volle aflaat aan al degenen die in de kerk van Santa Maria di Collemaggio in L'Aquila door de heilige deur zouden gaan op de verjaardag van zijn pauskroning, die in die kerk had plaatsgevonden. Nog steeds viert L'Aquila het Perdonanza Celestiniana-feest jaarlijks op 28 en 29 augustus.

Onder invloed

Een groot succes werd het pontificaat onderwijl niet. Zonder enige kerkpolitieke ervaring werd hij al snel een speelbal van verschillende belangen. Hij kwam sterk onder de invloed van de Napolitaanse koning Karel II van Anjou. De paus vestigde zich zelfs in Napels en vervreemdde zich in rap tempo van de Romeinse Curie. Hij benoemde 's konings familieleden en vrienden op belangrijke kerkelijke posten. Ook benoemde hij een commissie van kardinalen om de kerk te besturen tijdens de periode van advent, een periode die de paus voor zichzelf had bestemd als een van strenge vasten.

Aftreden

Celestinus voelde zich ongelukkig als paus en realiseerde zich al spoedig dat hem het gezag ontbrak om op een geloofwaardige manier pontifex te zijn. Hij besloot op 13 december 1294, amper vier maanden na zijn aantreden, zijn ambt neer te leggen. Volgens sommige overleveringen zou hij dit hebben aangekondigd tijdens een vergadering van de Curie, waarbij hij zijn pauselijk soutane uittrok, waaronder zijn kluizenaarsdracht tevoorschijn kwam.

Gevangen

Celestinus' opvolger, paus Bonifatius VIII, was bang dat Celestinus mogelijk door zijn aanhangers tot tegenpaus zou worden uitgeroepen en trachtte daarom zijn voorganger in Rome op te sluiten. Celestinus wist evenwel te ontsnappen en zette vervolgens zijn kluizenaarsbestaan voort in Sulmona. Later werd hij alsnog op last van paus Bonifatius in de kraag gevat en in Rome gevangengezet, waar hij tien maanden later in 1296 overleed.

Aardbeving

Paus Celestinus zou door Dante Alighieri, op grond van zijn 'lafheid', in het voorportaal van de hel zijn geplaatst (La Divina Commedia, Inferno III, 59–60). Niettemin werd Celestinus in 1319 heiligverklaard door paus Johannes XXII. Zijn lichaam werd overgebracht naar de Santa Maria di Collemaggio in L'Aquila. De kerk en de schrijn met het lichaam van Sint-Celestinus overleefden ternauwernood de aardbeving van 2009. Paus Benedictus XVI bad bij de schrijn toen hij het door deze aardbeving getroffen gebied bezocht. Paus Franciscus bezocht L'Aquila op 28 augustus 2022, waar hij deelnam aan de Perdonanza Celestiniana en daartoe de Heilige Deur van de Basiliek van Santa Maria di Collemaggio opende.