Gebenedijd zijt Gij is een loflied op Maria, op een tekst van Guido Gezelle.

Achtergrond
De tekst van het lied van het lied is van de Vlaamse priester-dichter Guido Gezelle (1830-1899) en werd voor het eerst gepubliceerd in diens bundel Tijdkrans uit 1893. Rond de eeuwwisseling werd het gedicht van muziek voorzien door de Nederlandse priester-componist mgr. Joannes A.S. van Schaik (1862-1927). Het werd vrijwel onmiddellijk een populair Maria-lied. Het was in de noordelijke helft van de Nederlandse kerkprovincie zelfs geliefder dan O, reinste der schepselen en werd daar, naast Wij groeten U, o koningin, gretig gezongen in de Mariamaanden.

Tekst
Gebenedijd zijt Gij!
Naast Uwen is er geene, van zond' en schulden vrij,
O Onbevlekt' alleene, Gebenedijd zijt Gij.
O Moedermaagd, die Jezus draagt,
Eerbiedig aan te schouwen, Gebenedijd zijt Gij!

Gebenedijd zijt gij!
O toevlucht van ons allen, in zond' en slavernij
En laat ons niet hervallen; Gebenedijd zijt Gij.
O Moedermaagd, die Jezus draagt,
Eerbiedig aan te schouwen, Gebenedijd zijt Gij!

Gebenedijd zijt gij!
De dood komt aangedreven; o Moeder, maak ons blij,
Na dit, in 't ander leven! Gebenedijd zijt Gij.
O Moedermaagd, die Jezus draagt,
Eerbiedig aan te schouwen, Gebenedijd zijt Gij!

Beluister het lied: