Johannes de Deo (Portugees: João de Deus), geboren als João Cidade Duarte, is een Portugees ordestichter en heilige. De Katholieke Kerk gedenkt hem op 8 maart.

Jeugd
João Cidade Duarte werd op 8 maart 1495 in Montemor-o-Novo (Portugal) geboren in een gezin van zeer gelovige ouders. Op achtjarige leeftijd verdween hij onder nooit opgehelderde omstandigheden van huis. Of hij vrijwillig vertrok dan wel werd ontvoerd vermeldt de historie niet. Hij belandde uiteindelijk in Oropeza, in Castilië. Daar werkte hij als herder. Hij vertrok daar weer als jonge man, nadat de eigenaar van de kudde hem – tevergeefs – de hand van zijn dochter had aangeboden.

In het leger van Karel V
Na zijn herderschap diende Johannes in het leger van keizer Karel V. Hij vocht eerst tegen de Fransen in de slag bij Hondarribia en later in Hongarije tegen de Turken. Na zijn diensttijd keerde hij terug naar Portugal, waar hij tot zijn grote verdriet vernam dat zijn moeder al kort na zijn verdwijning was overleden. Daarna werkte hij nog enkele jaren als herder in Sevilla.

Bekering
Hij vestigde zich vervolgens in Gibraltar. Daar werkte hij in een drukkerij waar met de net uitgevonden drukpers bijbels werden gedrukt. Het was in deze tijd dat zijn definitieve bekering plaatsvond. Op een zekere dag verscheen het Kindje Jezus hem naar eigen zeggen in een visioen. Die gaf Johannes de naam de Deo (‘van God’) en beval hem naar Granada te gaan. Daar hoorde hij Johannes van Avila preken. Zwaar onder de indruk van wat hij deze priester hoorde zeggen, verdeelde hij onmiddellijk al zijn wereldlijke goederen onder de armen. Wekenlang liep hij vervolgens door de stad en smeekte God, terwijl hij zichzelf op de borst sloeg, om vergeving van zijn zonden. Aan zijn mentale gesteldheid werd door sommigen getwijfeld.

Hospitaalbroeders
Door een geestelijke werd hem aangeraden op een andere manier boete te toen. Daarop besloot Johannes op bedevaart te gaan naar Onze-Lieve-Vrouw van Guadalupe in Extramadura (niet die van Mexico), waar hem door de Heilige Maagd zelf onthuld zou zijn wat zijn roeping precies inhield. Hij keerde terug naar Granada waar hij zich zou toeleggen op de zorg voor armen, en (psychisch) zieken. Hij richtte daartoe een Orde van Hospitaalbroeders van Barmhartigheid op en stichtte in Granada een hospitaal. De bisschop van Tui kende Johannes nu officieel de naam ‘de Deo’ toe. Tijdens een brand in het ziekenhuis zou Johannes erin geslaagd zijn, onaangetast door de vlammen, alle zieken zelf naar buiten te dragen.

Overlijden
Johannes de Deo overleed precies op zijn vijfenvijftigste verjaardag aan de gevolgen van een longontsteking die hij had opgedaan toen hij – tevergeefs – een jongetje uit het water had trachten te redden. De magistraten van de stad Granada hadden zich rond zijn sterfbed verzameld. Zij betuigden Johannes dank voor het vele dat hij voor de armen en zieken van de stad had gedaan. Hij werd in 1690 heiligverklaard door paus Alexander VIII.

Iconografie en patronaat
Johannes de Deo wordt meestal afgebeeld in een bruine pij. Hij draagt een baard en in zijn hand heeft hij vaak een granaatappel als verwijzing naar Granada. Soms zit er een bedelaar aan zijn voeten. Vaak heeft hij een doornenkroon op. Johannes de Deo is patroonheilige van de zieken, ziekenhuizen, verpleegsters, brandweerlieden, alcoholisten en boekverkopers. In Nederland zijn verschillende ziekenhuizen naar hem genoemd.