Een pallium is een wollen schouderband, die geldt als symbool van herderlijk gezag van hoge kerkelijke geestelijken.
Liturgisch ereteken
Een pallium is een bijzonder ereteken behorend bij het liturgisch tenue van katholieke en orthodoxe patriarchen en aartsbisschoppen. In de Rooms-Katholieke Kerk symboliseert het de pauselijke macht én de verknochtheid van de kerkprovincies aan de Heilige Stoel. Het bestaat uit een witwollen band, versierd met zwarte kruisjes, die om de schouders wordt gedragen. Het pallium is soms met kostbare siernaalden op het kazuifel vastgemaakt.
Petrus en Paulus
In de Katholieke Kerk mogen alleen de paus en de metropolieten een pallium dragen. De paus draagt het overal waar hij voorgaat in pontificale hoogmissen; metropolitane aartsbisschoppen mogen dat alleen in hun eigen kerkprovincie. Sinds de negende eeuw bestaat het gebruik dat de paus het pallium bij nieuwe aartsbisschoppen oplegt. Dat gebeurt ieder jaar op 29 juni, het hoogfeest van Petrus en Paulus. Normaliter vindt het ritueel plaats in de Sint-Pietersbasiliek in Rome.
Metropoliet
Een metropoliet is in de hiërarchie van de RK-Kerk een bisschop die aan het hoofd staat van een kerkprovincie, een organisatorische eenheid die gevormd wordt door een cluster van bisdommen. Metropolieten zijn aartsbisschoppen. Er bestaan ook titulaire aartsbisschoppen, dat zijn prelaten die de bisschopswijding hebben ontvangen en de titel 'aartsbisschop' dragen, maar geen metropolitaan aartsbisdom leiden; zij mogen geen pallium dragen. Een metropoliet heeft echter geen macht over de andere bisschoppen van zijn kerkprovincie, maar is wel de eerste onder zijns gelijken. De metropoliet van de Nederlandse kerkprovincie is de aartsbisschop van Utrecht.
Sint Agnes
De wol van het pallium is afkomstig van lammetjes die op 21 januari, de feestdag van Sint Agnes, worden gezegend in de Romeinse basiliek Sant’Agnese fuori le mura. Daarna worden de gezegende dieren aan de paus in het Apostolisch Paleis in Vaticaanstad getoond. Nadat de nieuwe pallia zijn vervaardigd worden ze bewaard in de Confessio van de Sint-Pietersbasiliek, onder het pauselijk hoogaltaar en boven het Graf van Petrus.
Eresjerp
Het pallium werd in het Oosten als liturgisch ereteken eerder gebruikt dan in het Westen. Aanvankelijk was het waarschijnlijk een eresjerp voor filosofen en hoogwaardigheidsbekleders.
Nieuw pauselijk pallium
Nieuwe pausen krijgen het pallium door de kardinaal-protodiaken opgelegd. Dat gebeurt tijdens de inauguratiemis, een paar dagen na de pauskeuze. Paus Benedictus XVI koos voor zijn inauguratie op 24 april 2005 voor een ander model pallium. Dat sloot volgens hem beter aan bij het model dat aartsbisschoppen in het eerste millennium droegen. Het door hem geïntroduceerde pauspallium is een schouderstola, die aan de linkerzijde afhangt. Het is 2,6 meter lang en 11 centimeter breed. Benedictus XVI preekte bij zijn inauguratie onder meer over de betekenis van het pallium. Volgens hem verwijst het naar een parabel van Jezus, waarin de Goede Herder op zoek gaat naar een verloren schaap, het vindt en op zijn schouders terugbrengt naar de kudde. De kruisjes en de siernaalden symboliseren de vijf wonden van de gekruisigde Christus. Na een aantal jaren besloot Benedictus weer het oude model te dragen, maar dit keer met rode kruisen in plaats van zwarte. Paus Franciscus nam dit model aanvankelijk over, maar begon uiteindelijk toch weer het pallium met zwarte kruisen te gebruiken.
Oplegging in thuisbisdom
Op 29 juni 2015, in het derde jaar van zijn pontificaat, legde paus Franciscus de pallia niet zelf op bij de nieuwe metropolieten. Wel verrichtte hij de zegening van de pallia in hun aanwezigheid in de Sint-Pietersbasiliek. De paus had besloten een wijziging door te voeren. Bij de nieuwe gang van zaken zegent de paus voortaan de pallia op 29 juni . Daarna worden ze overgebracht naar de landen waar het jaar daarvoor een nieuwe metropoliet is aangetreden. Ook is het mogelijk dat de Heilige Vader het pallium in een privéontmoeting overhandigt. Maar het is de apostolische nuntius (pauselijk ambassadeur) die namens de paus officieel de witte schouderband oplegt in aanwezigheid van de suffragaanbisschoppen van de betreffende kerkprovincie en de gelovigen van het metropolitaan aartsbisdom.