Rome, 31 mei 2025 – In Vaticaanstad is vanavond de Mariamaand afgesloten. Dat gebeurde tijdens een feestelijke gebedsbijeenkomst bij de Lourdesgrot van de Vaticaanse Tuinen, voorafgegaan door een processie vanuit de Kerk van de Heilige Stefanus van de Abessijnen.
Voorganger van het gebed was kardinaal Mauro Gambetti, vicaris-generaal van Zijne Heiligheid voor Vaticaanstad en aartspriester van de Sint-Pietersbasiliek.
Aan het einde van het bidden van de rozenkrans kwam paus Leo XIV naar de Grot van Lourdes en voordat hij de apostolische zegen gaf, hield hij een toespraak.
Blijde Geheimen
Vanavond werden de Blijde Geheimen van de Heilige Rozenkrans overwogen. Daarover zei Leo: “Bij het mediteren over de Blijde Geheimen zijn jullie, als op pelgrimstocht, op zoveel plaatsen in het leven van Jezus binnengegaan en gestopt: in het huis van Nazareth bij de Aankondiging, in het huis van Zacharia bij de Visitatie – die we vandaag hebben gevierd, in de grot van Bethlehem bij Kerstmis, in de Tempel van Jeruzalem bij de Opdracht en vervolgens de Terugvinding van Jezus. Jullie werden vergezeld, in het Weesgegroet dat jullie met geloof herhaalden, door de woorden van de engel aan de Moeder van God: “Verheug je, vol van genade, de Heer is met je”(Lc 1,28), en door die van Elizabeth die haar met vreugde begroette: “Gezegend zijt gij onder de vrouwen en gezegend is de vrucht van uw schoot” (Lc 1,42).
“Jullie stappen zijn dus gemarkeerd door het Woord van God, dat met zijn ritme de voortgang, de stopplaatsen en het vertrek heeft gemarkeerd, net zoals het dat deed voor het volk Israël in de woestijn, op weg naar het Beloofde Land.”
“Laten we ons bestaan dan zien als een reis in navolging van Jezus, die we, zoals vanavond, samen met Maria afleggen. En laten we de Heer vragen om te weten hoe we ons elke dag moeten prijzen, ‘met het leven en met de tong, met het hart en met de lippen, met de stem en met het gedrag’ (Augustinus, Toespraak 256, 1), waarbij we botsingen moeten vermijden: de tong in overeenstemming met het leven en de lippen in overeenstemming met het geweten (vgl. ibid.)”, aldus paus Leo XIV.