Dachau, 12 juni 2022 - Kardinaal Reinhard Marx, de aartsbisschop van München en Freising, heeft vandaag de martelaren herdacht die in het naziconcentratiekamp Dachau zijn omgekomen.
“Een plek als deze en het getuigenis van de martelaren van Dachau is belangrijk voor de huidige samenleving, voor onze saamhorigheid”, zei Marx in de Todesangst-Christi-Kapelle
op het terrein van het voormalige concentratiekamp.
Titus Brandsma eerste gecanoniseerde Dachau-martelaar
Marx waarschuwde dat KZ-Dachau niet mocht worden omgevormd tot “een museumachtige plaats van herinnering”. Het moet een plaats zijn “waar wij begrijpen, waar wij in de waarheid worden geleid”.
Na de Tweede Wereldoorlog moest er anders over God gesproken worden. Niet de almachtige God, maar de lijdende God, de levende God, de God die onze broeder is geworden, de God die ons niet alleen laat, die met ons wandelt in leven en dood, zei Marx. De idee van God als het opperwezen dat indifferent is voor menselijk leed is waardeloos, zo voegde hij toe.
De dienst omvatte de ‘Mis van Dachau’ van pater Gregor Schwake (1892-1967). Deze Duitse benedictijn componeerde het stuk in 1944 in het concentratiekamp, waar het in datzelfde jaar in het geheim voor het eerst werd uitgevoerd.
In 2022 is het 80 jaar geleden dat 40 van de 57 zaligverklaarde martelaren die in KZ Dachau gevangen zaten, daar om het leven kwamen. Onder hen is de Nederlandse priester Titus Brandsma (1881-1942), die op 15 mei in Rome werd heiligverklaard.