Hier lees je de wederhoor van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport naar aanleiding van de documentaireserie Het mondkapjesgoud.

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport:

Uit uw vragen maken wij op dat Van Lienden c.s. de indruk willen wekken dat zij de mensen in Nederland onwetend hebben moeten laten over de winstgevendheid van hun overeenkomsten met VWS. De reden daarvoor zou zijn dat zij gebonden waren aan een door VWS afgedwongen geheimhoudingsclausule. Zij voeren datzelfde verweer in de civiele procedures over de overeenkomsten tussen de Staat en RGA.

Het vertrouwelijkheidsbeding belette Van Lienden niet om openheid van zaken te geven over hun winstoogmerk. Van Lienden c.s. hebben er zelf voor gekozen – en doen dat nog steeds – om hun heimelijke winstoogmerk zoveel mogelijk te verbergen.

 De algemene voorwaarden van Mediq waren van toepassing op veel van de transacties die VWS/het LCH via Mediq sloot met leveranciers van persoonlijke beschermingsmiddelen. Omdat Mediq de overeenkomsten met RGA administratief verwerkte voor het LCH en de Staat, zijn haar algemene voorwaarden ook van toepassing verklaard op de overeenkomsten met RGA.  Het in die voorwaarden opgenomen vertrouwelijkheidsbeding belette Van Lienden c.s. niet om openheid van zaken te geven over de overeenkomsten met de Staat (niet in de aanloop naar de overeenkomsten en ook niet daarna).

Zoals bekend, heeft de Staat vorderingen ingesteld op grond van bedrog door Van Lienden c.s. vanwege het verbergen van hun winstoogmerk tegenover de Staat. Mediq trad in dit geval op voor de Staat. Geen enkel contractueel vertrouwelijkheidsbeding belette Van Lienden c.s. om tegenover de Staat (of Mediq of het LCH) – als betrokken wederpartij bij de overeenkomsten – openheid van zaken te geven om een dergelijk bedrog te voorkomen.

Voor communicatie richting derden geldt verder dat, los van de vraag of de relevante informatie over de overeenkomsten als vertrouwelijk kwalificeert, VWS en Mediq zich in april en mei 2021 desgevraagd bereid hebben getoond Van Lienden c.s. van enige geheimhoudingsverplichting – voor zover die al bestaat – te ontheffen. VWS heeft verder aangegeven geen bezwaar te hebben tegen de vrijgave van stukken over de overeenkomsten door Van Lienden c.s., mits daarbij de privacy van daarin genoemde personen en bedrijfsgevoelige informatie van derden zouden worden beschermd.

Toch kozen van Lienden c.s. er nog steeds voor om relevante informatie geheim te houden. Daaronder vallen ook de gespreksopnames van de onderhandelingen met VWS. Daaruit blijkt (i) dat VWS in de veronderstelling was dat de overeenkomsten not for profit waren en (ii) Van Lienden c.s. VWS daarover ook bewust en herhaaldelijk een verkeerde voorstelling van zaken gaven. VWS heeft deze gespreksopnames pas in de zomer van 2023, onder dreiging van een kort geding, van Van Lienden c.s. ontvangen.

Sowieso gold het genoemde vertrouwelijkheidsbeding pas na het sluiten van de overeenkomsten met de Staat. Ook daarvóór hielden Van Lienden c.s. hun winstoogmerk echter al verborgen voor de Staat, het LCH, hun eigen medewerkers en andere betrokken bedrijven die hen hielpen. Eerder hebben Van Lienden c.s. zich ook beroepen op een vertrouwelijkheidsbeding in het LCH-convenant. Hiervoor geldt ook, en onder meer, wat hiervóór over de algemene voorwaarden van Mediq is gezegd. Het LCH-convenant belette niet dat Van Lienden c.s. openheid van zaken zouden geven over hun winstoogmerk. Sterker nog, het LCH-convenant schreef voor dat de ondertekenaars geen misbruik zouden maken van de crisis om buitensporige winsten te maken.