Hier lees je de wederhoor van Sywert van Lienden naar aanleiding van de documentaireserie Het mondkapjesgoud.
Buurtzorg. De 10.000 euro, die tijdens de deal met Jos de Blok op de rekening van Camille van Gestel is gestort. Van Gestel verklaart hierover in de uitzending dat hij op dat moment tijdelijk krap bij kas zat, omdat hij de helft van zijn salaris bij WakaWaka moest inleveren. Het idee om dit geld te storten zou van u afkomstig zijn, zodat de van Gestel zijn geldnood kon oplossen. Wat is hierop uw reactie?
Na een introductie zijn de eerste twee leveringen van mondmaskers aan Buurtzorg via de eenmanszaak van Camille van Gestel en zijn partner verlopen. Vanwege deze bedrijfsvorm droegen Van Gestel en zijn partner persoonlijk de risico's van deze transactie. Geen van de andere betrokkenen was bereid of had toestemming om deze risico's te dragen. Van Gestel heeft de opbrengsten van de eerste transactie gedoneerd aan de opstart van het Hulptroepen-initiatief, waarvan o.a. machines zijn aangeschaft. Bij de tweede levering is door hem een post 'onvoorzien', een risicomarge, gerekend. Een eventueel resterend bedrag zou daarmee toekomen aan Van Gestels eenmanszaak. Ik ben niet betrokken geweest bij de afspraken tussen een inkoper van Buurtzorg en Van Gestels bedrijf over deze leveringen. Ik heb zelf op geen enkele wijze aan deze leveringen verdiend. De levering is, zover mij bekend gezien mijn beperkte betrokkenheid, naar tevredenheid en conform afspraak verlopen.
Waarom is er gekozen om 11 facturen te versturen vanuit RGA BV, terwijl de voorstellen zijn gedaan vanuit Hulptroepen Alliantie?
Er hebben diverse leveringen aan Buurtzorg plaatsgevonden. Deze overeenkomsten zijn door anderen gesloten zonder mijn directe betrokkenheid, wat ook blijkt uit het strafrechtelijk onderzoek van de FIOD. Met uitzondering van de eerste levering hebben de contacten hierover, voor zover mij bekend, met een inkoper van Buurtzorg plaatsgevonden en niet met Jos de Blok (Buurtzorg).De stelling van KRO-NCRV dat er voorafgaand aan elke factuur van RGA BV een offerte van Stichting Hulptroepen Alliantie en/of Hulptroepen Alliantie B.V. zou zijn verzonden, is feitelijk onjuist. KRO-NCRV heeft deze beschuldiging, ondanks herhaald verzoek, niet onderbouwd met bewijsstukken.
Is er in de genoemde periode communicatie geweest tussen u en Buurtzorg waarin expliciet vermeld is dat de voorstellen vanuit Hulptroepen kwamen en de factuur (in 11 gevallen) vanuit RGA BV zou plaatsvinden?
Tussen de inkoopafdeling van Buurtzorg en mijzelf hebben geen contacten plaatsgevonden over leveringen van mondmaskers door Relief Goods Alliance B.V. en/of Hulptroepen Alliantie B.V. Dit is ook vastgesteld in het strafrechtelijk onderzoek. Het contact met de inkoopafdeling van Buurtzorg is in 2020 beperkt gebleven tot verzoeken aan mij voor het testen van mondmaskers en het geven van advies over wet- en regelgeving en kwaliteitsstandaarden.
Het bedrag van de 11 genoemde facturen, dient eigenlijk ten goede te komen aan de Hulptroepen Alliantie. Graag uw reactie?
Buurtzorg is overeenkomsten aangegaan met Relief Goods Alliance B.V. De inkoop, risico's, aansprakelijkheid en levering van deze mondmaskers vielen dan ook onder Relief Goods Alliance B.V. Jos de Blok heeft namens Buurtzorg een schriftelijke verklaring getekend waarin staat dat Buurtzorg bij het afsluiten van de orders wist dat de contractspartij Relief Goods Alliance B.V. was - een B.V. met winstoogmerk die grootzakelijke orders verwerkt - in tegenstelling tot Stichting Hulptroepen Alliantie. Buurtzorg heeft nooit aan Relief Goods Alliance B.V. of aan mij verzocht om de omzet of winst van de transacties te doneren aan Stichting Hulptroepen Alliantie
Wat was het doel van de achteraf verstuurde door u opgestelde (standaard) verklaring aan Buurtzorg (en andere klanten) waarin u alsnog vraagt om goedkeuring van de gehanteerde handelswijze?
Bij Relief Goods Alliance B.V. is onderzoek uitgevoerd naar diverse transacties, zowel door het mijzelf als door externe partijen. In dit kader heeft Buurtzorg op verzoek een verklaring ondertekend bedoeld voor een onderzoek van de Rabobank. Dit verzoek en de herkomst van de vraag is toegelicht in mijn begeleidende e-mail aan Jos de Blok c.q. Buurtzorg. De tekst van de verklaring is vooraf afgestemd met de Rabobank en specifiek gericht op de verificatie die de compliance-afdeling van de bank wenste te ontvangen. Het ondertekenen van deze verklaring gebeurde op vrijwillige basis. Met deze verklaring van Buurtzorg vormde voor mij de bevestiging dat de informatie die ik als bestuurder intern bij Relief Goods Alliance B.V. had ontvangen over deze transacties correct was.
Dit kan worden gezien als het met terugwerkende kracht proberen alsnog toestemming/goedkeuring te krijgen voor (eerder) onrechtmatig handelen. Graag uw reactie?
Ik herken mij niet in de suggestieve en beschuldigende opmerkingen van KRO-NCRV over de achtergrond en vermeende doel van deze door Buurtzorg ondertekende verklaring
De financiële resultaten van alle overeenkomsten en leveringen door Relief Goods Alliance B.V. zijn verwerkt in de jaarrekening van dit bedrijf. Het bedrijf heeft zelf alle kosten gedragen, waaronder de inkoop, operationele kosten en fiscale uitkomsten van deze transacties.
Ik herken mij niet in het dossier van de FIOD op dit punt. De specifieke transacties met Buurtzorg maken geen deel uit van de strafrechtelijke procedures - het betreffende dossier van de FIOD is niet overgenomen door het openbaar ministerie in de lopende procedure.
Uit app-berichten van 07-07-21 en 08-07-21 (na diverse mediapublicaties) blijkt dat Van Lienden het versturen van facturen vanuit RGA in boven geschetste context 'kwalijk en misleidend zou vinden' en Van Lieden zegt in dit kader ook 'te veel door elkaar gemengd' Damme reageert met 'zeker'.
Op 08-07-21 schrijft Van Lienden aan Damme 'het verschil is wel beetje dat je in deze een aantal dingen niet lekker hebt gedaan. No Offense. Maar dat is gewoon zo.' Damme antwoord dan 'Klopt, communicatie had beter gemoeten'.
Wat is uw reactie op boven genoemde appberichten?
In de vraagstelling over appberichten uit juli 2021 ontbreekt de voorafgaande zin in deze chat van mij: “Is dit gebeurd?”. Het is een vraag n.a.v. een artikel van Follow the Money over de vermelding bepaalde gegevens op offertes en/of facturen. Naar aanleiding van het stellen van deze vragen bleek mij dat een beperkt aantal facturen een vermelding bevatte van de website www.hulptroepen.nu. Dit was zo ingesteld door een freelancer na de implementatie van nieuwe boekhoudsoftware. Deze gegevens werden automatisch en buiten mijn medeweten meegestuurd op facturen. Direct nadat ik hiervan op de hoogte raakte, heb ik opdracht gegeven tot een inventarisatie en correctie. Dit resulteerde in nieuwe facturen met de juiste informatie, een aangepast logo en een duidelijke schriftelijke toelichting op de facturen over het onderscheid tussen Relief Goods Alliance B.V. en Stichting Hulptroepen Alliantie om elke verwarring te vermijden. De betreffende appberichten hebben kortom betrekking op de werkzaamheden in het team van Bernd Damme en de administratie. Deze administratieve zaken zijn opgemerkt, erkend en gecorrigeerd. Een deel van de gemaakte opmerkingen n.a.v. het artikel Follow the Money bleken gebaseerd te zijn op onjuiste informatie en betreffen daarmee een momentopname. Na het versturen van deze gecorrigeerde facturen zijn er -zover mij bekend- geen klachten van klanten binnengekomen.
Binnen het LCH leefde het gevoel dat jullie aan het kijken waren wat ze het daar precies aan het doen waren. Jullie zouden met een kopie bezig zijn van wat het LCH al aan het doen was. Van de Kolk zegt hier verder over: Van Lienden wilde graag zijn eigen distributie doen en het enige wat hij nodig had was een vliegtuig. Dan ben je bij het LCH niet welkom. Het leek erop dat wat wij hadden opzet zij ook wilden opzetten. Een kopie. Wat is hierop uw reactie?
Tussen 23 en 25 maart 2020 ben ik op uitnodiging aanwezig geweest bij het LCH. Afgezien van één kort gesprek van hoogstens één minuut op de gang op 24 maart 2020, is er geen contact geweest tussen Rob van der Kolk (coördinator LCH) en mijzelf die dagen. Ik was daar om een mogelijke samenwerking te verkennen, wat onder meer leidde tot onder meer de introductie van KLM Cargo bij het LCH en ministerie van VWS op 24 maart 2020. Ik kwam die dag niet vragen ‘om een vliegtuig’, maar introduceerde KLM-contacten bij het LCH. Ik wilde met het LCH in bredere zin samenwerken om een distributiekanaal op te zetten voor de niet-ziekenhuiszorg via Coolblue, en hoopte dat de overheid enige financiële risico’s zou willen afdekken van een non-profit initiatief.
Dat was niet het geval en volgens Mark Frequin in strijd met mededingingsregels - en zowel Coolblue als de ondernemers waarmee ik samenwerkte wilde de samenwerking daarop niet voortzetten.
Nadat ik die positie van Coolblue en de overige betrokkenen heb toegelicht is mij op 25 maart 2020 duidelijk gemaakt dat ik niet langer welkom was, omdat wij ons samen met Coolblue wilden richten op de niet-ziekenhuiszorg – een andere doelgroep dan het LCH. Ondanks dat de tekorten aan mondmaskers in deze sector het hoogst waren, wilden de ziekenhuisinkopers van het LCH zich uitsluitend op ziekenhuizen concentreren. Hoewel zowel het ministerie van VWS als ik de meerwaarde zagen van een samenwerking met verschillende bedrijven, heb ik het besluit van het LCH geaccepteerd. Het LCH zag ons helaas als concurrent, mede vanwege onze samenwerking met Coolblue, terwijl ik juist wilde samenwerken. Door tijdsdruk en onjuiste aannames, evenals verkeerd doorvertelde indrukken van derden, heeft het LCH mijn intenties in die dagen verkeerd geïnterpreteerd. Het ministerie van VWS heeft op 25 maart 2020 excuses aangeboden voor de kwaadsprekerij.
Volgens Camille van Gestel zou Bas van den Dungen gezegd hebben. Sywert dit is te ingewikkeld, jouw verhaal is te complex. Jouw voorstel gaat gewoon niet vliegen. Hij zou ook gezegd hebben: Sywert je moet gewoon wat commerciëler gaan denken. Wat is hierop uw reactie?
Het klopt dat Bas van den Dungen mij op 12 april 2020 telefonisch heeft verzocht een regulier (commercieel) voorstel te richten aan het LCH, zoals alle andere leveranciers. Dit gebeurde nadat ik opnieuw had geprobeerd ruimte te creëren voor een non-profit voorstel. Toen ik vertelde over een B.V. in oprichting sloeg Bas van den Dungen daar op aan en zei: “doe dát dan!”. Het ministerie van VWS zou hierbij geen voorfinanciering aanbieden of risico's afdekken. Bas van den Dungen vond een reguliere inkoopovereenkomst met een B.V. overzichtelijker en meer in lijn liggen met de andere inkoopovereenkomsten van het LCH dan een ingewikkelde constructie met een stichting zonder eigen werkkapitaal waar ik niet in het bestuur zat en/of afspraken over risico's in verband met leningen van o.a. Coolblue. Het was mij zonneklaar dat Bas van den Dungen die avond via het LCH een zakelijke afspraak met mij wilde maken. Het onderwerp profit of non-profit speelde daarbij geen rol, zo heeft Bas van den Dungen verklaard aan Deloitte en de FIOD.
Antwoord op vraag m.b.t. presentaties en structuur
Op 12, 13 en tweemaal op 15 april 2020 zijn presentaties gedeeld met het LCH en/of ministerie van VWS. Geen van deze presentaties heeft geleid tot een overeenkomst.
In twee presentaties van 13 en 15 april staat Relief Goods Alliance B.V. vermeld. Deze presentaties zijn telefonisch uitvoerig toegelicht, waaronder het feit dat Rabobank enkel een bankfinanciering kon verstrekken aan de Relief Goods Alliance B.V. Relief Goods Alliance B.V. zou daarmee een faciliterende rol hebben in deze voorstellen.
Het betreft onder meer:
Slide 11, presentatie 13 april 2020:
“Inkoop voor LCH vindt plaats via nieuw op te richten entiteit: Relief Goods Alliance B.V., welke separaat gefinancierd zal worden
Bestaande stichting Hulptroepen Alliantie en Hulptroepen Alliantie B.V. blijven zich op non-profit basis richten op levering van PBM’s aan zorgverleners die geen spullen kunnen verkrijgen via het regulier kanaal”
Slide 5, presentatie 15 april 2020:
“Hulptroepen blijft de zorg bedienen met eigen privaat kapitaal via Coolblue gericht op de kleine zorgverleners (bestaande operatie wordt niet verstoord – livegang 15 april en bestaande voorraden). Afnamegarantie overheid wordt niet gebruikt voor onderlinge financiering van de entiteiten tussen stichting Hulptroepen en Relief Goods Alliance B.V. (twee separate trajecten met eigen risico’s en inkoop).
Slide 11, presentatie 15 april 2020:
“Inkoop voor LCH vindt plaats via nieuw op te richten entiteit: Relief Goods Alliance B.V., welke separaat gefinancierd zal worden
Bestaande stichting Hulptroepen Alliantie en Hulptroepen Alliantie B.V. blijven zich op non-profit basis richten op levering van PBM’s aan zorgverleners die geen spullen kunnen verkrijgen via het regulier kanaal”
Deze presentaties en teksten, vaak niet van mijn hand, zijn niet gelezen of afgewezen en hebben na 17 april 2020 geen rol van betekenis meer gespeeld. Dat ik meermaals heb toegelicht dat Relief Goods Alliance B.V. financieel los stond van Stichting Hulptroepen Alliantie, blijkt onder meer uit verklaringen van xxxxxx (VWS):
Fragment 5 e verhoor FIOD xxxxx:
“Hiermee bedoel ik dat door een van hen, ik neem aan Sywert van Lienden, is meegedeeld dat de overeenkomst op naam van Relief Goods Alliance B.V. gesloten werd. lk weet niet meer wanneer dat was. lk weet niet of hij dat specifiek tegen mij zei of tegen een ander, en dat ik daarbij aanwezig was. In mijn herinnering koppelde Sywert van Lienden deze mededeling aan de opmerking "want we willen de stichting niet belasten met deze geldstroom om het zuiver uit elkaar te houden, dat het niet overkomt alsof VWS de stichting financiert, en daarmee alsnog kiest voor een tweede lijn naast het LCH', omdat daar een paar keer eerder afwijzend op was gereageerd door VWS en het LCH.” Gespreksverslag xxxxxxx, 30 mei 2022:
Ik herken mij dan ook niet in de stelling van KRO-NCRV dat er niet gesproken zou zijn over zakendoen met een BV. Het ministerie van VWS heeft meermaals bevestigd dat zij vóór het afsluiten van de contracten wist dat er zaken werd gedaan met RGA BV, en niet met Stichting Hulptroepen Alliantie. Dit punt staat juridisch niet ter discussie.
Tim Horeman laat weten dat hij u geappt heeft met de vraag of het controleren van de mondmaskers met de testen van GreenCycl is gedaan. Hij heeft een berekening gemaakt en kwam uit op een bedrag van iets meer dan 4,3 miljoen euro en heeft dat aan u laten weten. Later heeft ie hij die claim niet ingediend. Wat is uw reactie?
Eind maart en begin april 2020, voor de oprichting van RGA BV, heb ik als vrijwilliger Tim Horeman en zijn promovendus bijna dagelijks geholpen bij het testen van mondkapjes voor verschillende zorgorganisaties en handelaren. Voor dit geïmproviseerde testlab is apparatuur ter waarde van €22.000 aangeschaft en in bruikleen gegeven aan Greencycl, omdat het ministerie van VWS dit initiatief financieel niet wilde ondersteunen. In een presentatie van Greencycl bestemd voor het ministerie van VWS staat schriftelijk vermeld dat de testopstelling (financieel) mede mogelijk is gemaakt door Hulptroepen Alliantie B.V. en mijzelf.
De testmethodiek die Tim Horeman (mede) heeft ontwikkeld betreft een geïmproviseerde, snelle en eenvoudige methode die niet voldoet aan de wettelijke Europese standaarden. De (sub)onderdelen van deze methode, inclusief gekochte machines en accessoires, zijn door Tim Horeman openbaar gedeeld op internet zodat éénieder dit kon kopiëren vanwege een tekort aan testcapaciteit bij officiële instanties. Het betreft kortom geen exclusieve informatie. De testresultaten die uit deze testen voorkomen vormen daarbij slechts een indicatie van de kwaliteit van een mondkapje op één subonderdeel – de filtratiekwaliteit van mondmaskers – en dekken niet alle wettelijke eisen. Het gebruik van deze testmethodiek is afgewezen door het LCH.
De mondmaskers die RGA BV aan Mediq heeft geleverd, zijn getest door verschillende officiële instanties. In Nederland heeft het RIVM namens het LCH deze testen verricht. Het LCH heeft zelf een wettelijke conformiteitsbeoordeling laten uitvoeren bij een Nederlandse Notified Body, een instantie die beoordeelt of producten voldoen aan Europese richtlijnen. Daarnaast heeft een extern keuringsinstituut in China, op verzoek van het LCH, testen uitgevoerd bij de fabrikanten.
RGA BV heeft op eigen kosten visuele inspecties laten uitvoeren door een officiële keuringsinstantie in China en een conformiteitsbeoordeling bij een Duitse Notified Body. Greencycl en/of Tim Horeman is hier niet betrokken bij geweest. Deze testen zijn uitgebreider en worden uitgevoerd op complexere en duurdere machines die voldoen aan de internationale weten regelgeving. De contractuele verplichtingen van RGA waren gekoppeld aan de uitkomsten van deze juridisch bindende testen.
Vanaf medio april 2020 beschikten wij over eigen machines. Vanwege mijn drukke werkzaamheden heb ik het contact met Tim Horeman en zijn collega’s toen overgedragen aan anderen. Op het eigen kantoor heb ik (mogelijk) nog weleens voor mij eigen bevestiging mondkapjes getest.
Vrijwilliger xxxxx heeft werk gedaan voor de commerciële deal (RGA). Waarom is hem niets verteld?
Er bestaat een verschil van inzicht over de uitgevoerde werkzaamheden door xxxx. Ik ben het niet eens met de verklaringen van xxxxx, en heb dit toegelicht aan de FIOD. Tijdens de samenwerking tussen Randstad en Hulptroepen Alliantie B.V. in 2020 werd mij medegedeeld dat Randstad op de hoogte was van Relief Goods Alliance B.V. Schriftelijke documentatie bevestigt dat Camille van Gestel xxxxx heeft geïnformeerd over de levering van mondkapjes door Relief Goods Alliance B.V. aan het Landelijk Consortium Hulpmiddelen. Ik had in 2020 geen reden om aan de juistheid van wat mij is voorgehouden te twijfelen. Op 19 december 2024 heeft de rechtbank Rotterdam, op mijn verzoek, een nader getuigenverhoor van xxxx toegewezen. In dit getuigenverhoor zal hij worden bevraagd over zijn feitelijke werkzaamheden, zijn verklaringen in het strafrechtelijk dossier, en welke personen en organisaties testwerkzaamheden (zouden) hebben verricht rond de levering van mondmaskers aan Mediq. Aangezien dit getuigenverhoor nog moet plaatsvinden, vind ik het ongepast en onwenselijk om via de media hierop vooruit te lopen, omdat dit het verhoor zou kunnen beïnvloeden.
Waarom heeft u na het sluiten van de deal met overheid nooit op enig moment openheid gegeven over de mondkapjesdeal die met RGA BV is gesloten?
In aanloop naar het sluiten van de overeenkomst tussen RGA BV en Mediq heb ik verzocht om een communicatietekst en toestemming om over de levering van mondkapjes wel open te kunnen communiceren. Daartoe heb ik ook een communicatieadviseur ingeschakeld. Dit verzoek om een persbericht is door het ministerie van VWS ondanks een afspraak genegeerd, ondanks herhaalde herinneringen en intern uitgewisselde concepten. Na het sluiten van de overeenkomsten is met diverse ambtenaren van het ministerie van VWS afgesproken dat ik en het bedrijf Relief Goods Alliance B.V. geen mediacontact zouden zoeken over de aanstaande levering totdat zou vaststaan dat deze volledig in orde was. Door vertragingen in de levering en achterstanden bij het testen duurde deze situatie tot het najaar van 2020. Het ministerie van VWS en het LCH hebben mij daarna verzocht de kwestie te laten rusten. Het contract met Mediq bevat daarnaast een (standaard) geheimhoudingsbepaling. Ook Rob van der Kolk (LCH), communicatieadviseur xxxxx (VWS), xxxxxx (VWS) en Mark Frequin (project-DG LCH) hebben meermaals verzocht om vertrouwelijkheid en terughoudendheid in de communicatie. Ik heb de contractuele afspraken met Mediq, de verzoeken van het LCH en het verzoek om terughoudendheid van het ministerie van VWS gerespecteerd. Het vertrouwen over en weer was wankel – en hoewel ik het graag anders had gezien, vond ik dit punt geen conflict waard in een periode waarin ook de kwaliteitsbeoordeling van het RIVM een zwaarwegend onderwerp was en de landsadvocaat klaar stond om actie te ondernemen.
Antwoord op de opnames die tijdens gesprekken zijn gemaakt
In de periode waarin de mondkapjesdeal tot stand kwam (10-22 april 2020) heb ik enkele honderden telefoongesprekken en diverse persoonlijke gesprekken gevoerd waarvan geen opnames bestaan. Van de periode vóór 17 april 2020 zijn er van een beperkt aantal gesprekken opnames gemaakt door verschillende personen die daarbij aanwezig waren, vaak zonder dat ik hiervan wist. Deze opnames gaan voornamelijk over voorstellen van Stichting Hulptroepen Alliantie, of over gesprekken waarin Relief Goods Alliance B.V. enkel een faciliterende rol zou hebben vanwege een bankfinanciering van de Rabobank. Van de periode waarin het daadwerkelijk over een contract ging (18 tot en met 22 april 2020) bestaan voor zover ik weet geen opnames. In verschillende één-op-één gesprekken heb ik de structuur toegelicht aan diverse betrokkenen. Daarvoor bestond zelden enige interesse. Van mijn gesprekken maakte ik geen opnames.
Antwoord m.b.t. gesprek 12/13 april 2020
In de ochtend erna, en in de daaropvolgende dagen en maanden, zijn andere afwegingen gemaakt – mede ook omdat van het oorspronkelijke aanbod niets overbleef. Er ontstond binnen RGA BV ook geen overeenstemming over een bestemming van de gelden. Daarmee werd het een individuele afweging voor elk. In tegenstelling tot wat KRO-NCRV stelt, heb ik geen woningen aangeschaft of luxe vakanties gemaakt. We zijn niet verhuisd en onze gezinsvakantie in 2020 ging naar Texel. De auto die ik destijds tot mijn beschikking had, werd gedeeld met medewerkers, uitgeleend aan een journalist en gebruikt voor transport naar media-optredens.
Waar bent u trots op – terugkijkend – als het gaat om het leveren van mondkapjes aan de Nederlandse zorg?
Een (beschuldigende) televisieserie is voor mij niet het geschikte moment noch de juiste plek om die persoonlijke vraag te beantwoorden.