5 mei 2024
St. Martinuskerk, Sneek
Pastoor Peter van der Weide
Lezingen:
Handelingen 10, 25-26.34-35.44-48
1 Johannes 4, 7-10
Johannes 15, 9-17
“Blijft in mijn liefde"
Liefde, het is een van het meest afgesleten woorden die wij kennen. Het kan bijna van alles betekenen. Liefde dat is kalverliefde, verliefdheid, rozengeur en maneschijn. Het is apenliefde, lief zijn voor elkaar; het is de suikerzoete romantiek van de driestuiver-roman. In het slechtste geval praten we over ‘de liefde bedrijven', alsof het om een misdaad gaat! Misschien is het soms misdadig, als de liefde bedreven wordt, puur als genotmiddel, zonder respect voor elkaar. Waar heb je het nog over, als je het woord liefde in de mond neemt!
In het evangelie van vandaag vraagt Jezus aan zijn leerlingen om in Zijn liefde te blijven en dat is niet zomaar wat. Liefde betekent hier trouw, verbondenheid, met elkaar optrekken en elkaar verdragen door dik en dun, samen bezeten zijn van hetzelfde ideaal, samen levend uit dezelfde bron. Dit is Zijn droom voor onze wereld. Zijn droom dat eens alle mensen zullen leven in onderlinge liefde, verdraagzaamheid en verbondenheid en dat jullie, nu jullie de bron van leven kennen, ook zullen opkomen voor allen die om welke reden dan ook deze liefde niet ondervinden; zij die gediscrimineerd worden, zij die leven in onderdrukking, zij die leven in onmenselijke armoede, zij die niet vrij hun mening kunnen uiten, zij die door anderen als zondig en slecht worden bestempeld.
"Dit is dan ook mijn gebod, dat jullie elkaar liefhebben". En versta gebod dan niet als iets waar dwang of verkramptheid achter schuilt, maar als een uitnodiging, een uitgestoken hand, een richtingaanwijzer; een richtingwijzer die jullie op het spoor zet op de weg van de liefde.
Dat Gods liefde grenzeloos is, en dat ze niet ophoudt bij die mens die wij toevallig niet zo zien zitten, wordt prachtig uitgebeeld in het verhaal van Franciscus met de melaatse. Franciscus de rijke koopmanszoon, die op zijn zoektocht naar de kern van het leven een melaatse tegenkomt en er eerst van walgt, hij wordt er letterlijk en figuurlijk niet goed van. Die lucht alleen al. Hij zou deze uitgestotene snel wat geld kunnen toewerpen en snel weer door kunnen rijden, maar nee, plotseling breekt in hem een andere visie door: "In deze mens steekt God zelf een hand naar hem uit..." Hij springt van zijn paard, duwt de man wat geld in de handen, dan pakt hij de hand en kust hem, Hij kust de hand die ontvangt, alsof deze gegeven heeft, want het was de hand van God, die hem kracht schonk de allerdiepste afkeer te veranderen in de allerdiepste liefde.
En deze liefde is net als in de eerste lezing niet te stuiten. Ze stopt niet bij mensen van een ander volk, bij mensen met een andere taal of cultuur, bij mensen met een andere huidskleur, bij mensen met een andere geaardheid, bij mensen van een andere Kerk. Nee, ook wij mogen net zoals Petrus die vandaag tot inkeer komt, ervaren dat Gods Geest juist doorgaat op die plekken waar we het niet zouden verwachten. Zélfs wanneer wij mensen sterven, blijft vriendschap bestaan. Kijk maar naar al die heiligen die we iedere keer weer in herinnering roepen als voorbeelden van het ware leven. Franciscus, Antonius, Maria de moeder van Jezus. Kijk naar al die dierbaren wiens foto op de kast staat en van wie het graf niet een eindstation is, maar een loopplank naar het leven van elke dag!
Misschien herkent u zich in die missionaris die voor de derde keer naar zijn missie ging. Bij zijn vertrek wist hij dat hij zijn moeder nooit meer terug zou zien. Het afscheid was zwaar en terwijl de familieleden hem naar het vliegveld brachten, bleef één broer bij moeder achter. Zij zat in haar stoel en huilde, huilde en zei door haar tranen heen: "En toch ben ik gelukkig".
Dit is een geluk dat niet van mensen komt, maar van God zelf. Toen de missionaris na enkele jaren terug naar huis kwam, was zijn moeder inderdaad gestorven. Hij ging naar het kerkhof om daar haar graf te zegenen. Op dat graf las hij de woorden: "Ik ben de verrijzenis en het leven, wie in Mij gelooft zal leven, ook al is hij gestorven. Op dat ogenblik ging er een diep vreugde door hem heen! Nu wist hij dat ware verbondenheid, ware vriendschap nooit verloren ging. Deze vreugde ging veel dieper, dan elk menselijk gemis. Wie die vreugde mag ervaren, weet dat al het andere eigenlijk niet veel meer te betekenen heeft!