05-08-2020

De Libanese kerkleider kardinaal Béchara Boutros Raï heeft in een vandaag uitgebrachte verklaring de wereld opgeroepen zijn land niet in de steek te laten. De ramp in het havengebied van hoofdstad Beiroet is volgens hem een klap die Libanon niet zelf kan verwerken. De patriarch van Antiochië der Maronieten bidt dat de internationale gemeenschap het land met structurele hulp zal bijstaan. 

In zijn ‘Oproep aan de Staten der Wereld’, uitgebracht in het Arabisch en Frans, schrijft kardinaal Raï dat hij in naam van de Kerk in Libanon al die staten bedankt die reeds hulp hebben toegezegd. 

Het hoofd van de Maronitische Kerk schrijft dat Libanon de afgelopen jaren ramp na ramp te verduren kreeg, op politiek, economisch en financieel vlak en wat de nationale veiligheid betreft. Dat laatste heeft te maken met de Syrische burgeroorlog. Raï pleit voor een onmiddellijke stichting van een hulpfonds onder VN-toezicht ter wederopbouw van Beiroet.

Door de dubbele explosie in het havengebied van Beiroet zijn honderdduizenden mensen dakloos geworden. De aangerichte schade betreft ongeveer de helft van de stad, schat de gouverneur van de metropool. De autoriteiten proberen voedsel, water en onderdak te regelen voor inwoners die hun huis hebben verloren.

De ramp heeft het leven gekost aan zeker 100 mensen. Ook raakten zeker 4000 personen gewond. Veel landen sturen hulpverleners naar Libanon om de lokale autoriteiten te ondersteunen bij de zoektocht naar slachtoffers en de behandeling van gewonden. De schade bedraagt volgens de gouverneur zeker 3 miljard dollar (2,5 miljard euro). In de metropool Beiroet wonen naar schatting ruim 2 miljoen mensen.

Libanon verkeerde al in crisis. Minstens een kwart van de beroepsbevolking is werkloos. Er wonen bijna anderhalf miljoen Syrische vluchtelingen, waarmee het inwoneraantal de laatste jaren is gestegen naar zeven miljoen.

Massale protesten barstten eind vorig jaar los als gevolg van de werkloosheid en van de falende voorzieningen, zoals stroomonderbrekingen, drinkwatertekorten, slecht internet en de minimale gezondheidszorg. En daar is dit jaar het coronavirus nog bijgekomen. De ontploffing trof bovendien de haven die een van belangrijkste bronnen van inkomen van Libanon is. De haven is ook cruciaal voor de bevoorrading en sommige waarnemers vrezen nu al dat de explosie nog veel nijpender tekorten kan veroorzaken dan waar het land al onder lijdt.

Tot overmaat van ramp leidden de explosies tot nog meer spanningen in de bevolkingsgroepen van Libanon, dat lange tijd verscheurd was door een bloedige burgeroorlog (1975-1990). Het land telt achttien religieuze bevolkingsgroepen waarvan er sommige elkaar naar het leven staan.

Volgens een volkstelling uit 2018 is de religieuze samenstelling van de bevolking van Libanon als volgt: moslims 61,1% (30,6% soennieten, 30,5% sjiïeten); christenen 33,7% (meerderheid Maronitisch-katholieken); druzen 5,2%; zeer kleine groepen joden, ba’hai en hindoes.