Hilversum, 7 oktober 2024 - Samen met veel synodedeelnemers bad paus Franciscus zondagavond een rozenkrans in de basiliek van Santa Maria Maggiore in Rome. Hij smeekte om voorspraak van de Maagd Maria voor vrede in de wereld te midden van het escalerende conflict in het Midden-Oosten.
Maandag is het exact een jaar geleden dat Hamas-strijders Israël binnenvielen. Een jaar vol met bombardementen en ander oorlogsgeweld volgde in de regio. Aan de vooravond van 7 oktober vroeg Franciscus in zijn smeekbede aan Maria om "de donkere wolken van het kwaad te verdrijven”.
Ook buitenlandse diplomaten die geaccrediteerd zijn bij de Heilige Stoel baden mee voor vrede.
Wereld in gevaar
De paus vroeg Maria om voorspraak “voor onze wereld in gevaar, dat het juist het leven zal beschermen en oorlog zal afwijzen, dat het zorg kan dragen voor mensen die lijden en weerloos zijn, voor de armen, de zieken en de gekwelde mensen, en dat het ons gemeenschappelijke huis kan bewaken."
Franciscus vervolgde: “Bekeer de zielen van degenen die haat aanwakkeren, breng het lawaai van wapens die de dood veroorzaken tot zwijgen, blus het geweld dat in het hart van mensen broedt en inspireer vredesprojecten in de daden van degenen die naties besturen."
Aan het einde van het gebed werd de 87-jarige paus in zijn rolstoel gebracht om in stilte te bidden voor een icoon van de Maagd Maria.
Kracht van het goede
Een paar uur eerder deed de paus een hartstochtelijk oproep tot vrede in het Midden-Oosten na zijn angelusgebed op het Sint-Pietersplein. Hij herinnerde hierbij aan de terreuraanslag op 7 oktober en wees op het toegenomen geweld in de regio.
Franciscus riep de internationale gemeenschap op zich voor vrede in te zetten.
Tegen de gelovigen zei hij: “In deze situatie is gebed meer dan ooit nodig.” Opnieuw uitnodigde de paus alle mensen op voor een wereldgebedsdag voor vrede op 7 oktober.
“Laten we ons verenigen met de kracht van het goede tegen de duivelse oorlogsplannen,” zei de paus.
Op 7 oktober is ook het feest van Onze Lieve Vrouw van de Rozenkrans. In de negentiende eeuw werd de gedachtenis uitgebreid naar de hele maand oktober, die voortaan de Rozenkransmaand werd genoemd.