Vaticaanstad, 19 juni 2022 - Paus Franciscus heeft vandaag zijn afschuw uitgesproken over mensenschendingen in Myanmar. De pontifex richtte zich evenwel niet direct tot de militaire junta van het Zuidoost-Aziatische land.
Sinds de staatsgreep van februari 2021 is het geweld in vooral de deelstaten Kayin en Kayah flink toegenomen. Recentelijk zijn er weer tal van burgerdoelen, waaronder een katholieke kerk, door militairen aangevallen.
“Uit Myanmar komt opnieuw de kreet van pijn van zovele mensen die elementaire humanitaire hulp ontberen en die gedwongen zijn hun huizen te verlaten omdat ze in brand zijn gestoken en op de vlucht zijn voor geweld”, zei de paus in zijn wekelijke angelustoespraak.
“Ik sluit mij aan bij de oproep van de bisschoppen van dat geliefde land, dat de internationale gemeenschap de Birmaanse bevolking niet vergeet, zodat de menselijke waardigheid en het recht op leven worden geëerbiedigd, evenals de bedehuizen, hospitalen en scholen. En ik zegen de Birmaanse gemeenschap in Italië, die hier vandaag vertegenwoordigd is”, aldus Franciscus tot de menigte op het Sint-Pietersplein.
“Amnesty International bracht eind mei een rapport uit over de wandaden van de Myanmarese krijgsmacht. Sinds de staatsgreep registreerde Amnesty er honderden burgerdoden. Militairen krijgen de opdracht burgers te straffen voor steun aan de opstandelingen. Dat gebeurt door willekeurige razzia’s. Vaak worden de gevangenen daarna gefolterd of zonder proces geëxecuteerd. De soldaten branden daarbij hele dorpen plat. Volgens Amnesty zijn in totaal 150.000 mensen ontheemd geraakt. In de staat Kayah is misschien zelfs wel de helft van de bevolking op de vlucht.