Rechtstreekse eucharistieviering vanuit de St. Jozefkerk in Helmond. Celebrant: pastoor Erik Seidel.
Muzikale ondersteuning: St. Jozefkoor o.l.v. Jos Leenen. Organist: Leontain van Lieshout.
Bekijk hier de uitzending terug
Klik hier voor de Geloofsgesprekken
VERKONDIGING door pastoor Erik Seidel
20 september 2020
25e Zondag door het jaar (a)
Jesaja 55, 6-9
Filippenzen 1, 20c-24.27a
Mattheus 20, 1-16a
Een van de idealen van onze samenleving is: gelijkheid. We spreken in ons land zelfs over een ‘gelijkheidsbeginsel’: iedereen heeft gelijke rechten en moet gelijk worden behandeld in gelijke gevallen. Voor veel mensen is het woord ‘eerlijkheid’ gelijk aan ‘gelijkheid’. Ongelijkheid is niet eerlijk. In alle discussies over racisme, discriminatie en emancipatie gaat het altijd over gelijkheid tussen verschillende mensen. Terecht toch?
In het Rijk der Hemelen waar Jezus over spreekt, is er ook volstrekte gelijkheid. Wat je ook gedaan hebt, hoeveel uur je ook gewerkt hebt, voor iedereen is er één beloning, één denarie. Socialisten kunnen alleen dromen van zo’n basisloon, of niet? Eindelijk echte gelijkheid, of niet?
De arbeiders in het evangelie zijn geen socialisten – gelukkig maar. Want in het aardse leven is loon naar werken heel normaal. Ook voor gelovigen. Iets extra’s krijgen als je er harder voor werkt, stimuleert je om je best te doen. Als elk kind op school een negen krijgt ook al verdient het een twee, maakt niemand meer huiswerk. Nivelleren is geen feest, maar uitsluitend presteren ook niet.
Het Rijk der Hemelen werkt heel anders dan onze prestatie-economie. Onze gedachten zijn nu eenmaal niet Gods gedachten, onze wegen niet Gods wegen – zegt Jesaja vandaag - maar Gods wegen gaan onze wegen te boven en Gods gedachten onze gedachten. Wat zeggen we dan: Gods wegen zijn ondoorgrondelijk?
Nee dat zijn ze niet.
Het Rijk der Hemelen is het beloofde leven na dit aardse. Post-economisch, zonder geld en prestaties. Bij God bestaat een uniek ‘gelijkheidsbeginsel’. Iedereen krijgt in eeuwigheid zogezegd een mooie plaats. Niemand zit vooraan, behalve Jezus’ Moeder Maria dan. Ook de heiligen hebben hun plaats, maar als de apostelen soms menen dat ze daar links en rechts van Jezus mogen zitten, geeft Jezus ze onder uit de zak. Zo werkt het niet, geen competitie voor een plekje. In de hemel zijn we voor God gelijk en niet gelijk. We blijven wie we zijn, uniek, persoonlijk bemind. We worden geen anoniem nummer. Hij blijft ons kennen bij onze Naam. We zijn een geliefd kind. Maar daarbij discrimineert God niet. Al zijn kinderen worden volstrekt gelijk bemind, met dezelfde Liefde. Volmaakte Liefde is Gods gelijkheidsprincipe.
Wat zijn onze eigen inspanningen dan nog waard? Mopperen de arbeiders terecht tegen de Heer? Waarom moet de een veel harder werken dan de ander? Verdienen sommige mensen de hemel niet meer dan anderen?
Ja en nee. Het is onze roeping om te leven naar ons doopsel. Hard te werken voor een wereld van liefde zoals God die wil. Niet lui zijn, niet de kantjes er van aflopen. God houdt van mensen die enorm hun best doen. Dat wordt beloond, zoals het evangelie van de talenten leert. Maar… wat we zelf in dit leven niet klaarmaken, vult God aan. Ons tekortschieten wordt door de genade van Jezus betaald. Noem het: onze zonden, alles wat meer en beter had gekund. Daarvoor betaalde Hij de prijs aan het kruis. Genade. Onverdiend. Pure goedheid. Barmhartigheid.
Laten we niet kwaad zijn omdat God goed is. In de hemel worden we allemaal gelijk behandeld. Dat is Gods eerlijkheid: zijn volmaakte Liefde. Hier op aarde heeft iedereen zijn eigen taak en talent. De een ploetert harder dan de ander. Allemaal krijgen we genade die we nodig hebben. Kracht naar kruis. Jezus geeft het, ook in deze Eucharistie. Eerlijker kan het niet.
Het gelijkheidsbeginsel van God is beter dan dat van mensen. Voor ieder die gelooft en in de aardse wijngaard zijn best doet, is er plaats in het hemelse huis van de Vader. God zij dank voor zoveel onverdiende Liefde!