Lesbienne, homo, biseksueel, transgender of queer persoon. Mensen die meestal te maken krijgen met een ‘coming-out’. Het openlijk uitkomen voor geaardheid of genderidentiteit. Daarom wordt er ieder jaar op 11 oktober Coming-Outdag gevierd. 3 gedachten om deze dag bij stil te staan!
1. Elkaar helpen met bloeien en groeien
Nicolaas Veul maakt zich hard voor homoseksuelen, transgenders en non-binaire mensen die nog in de kast zitten. In X-Y-SEX vertelt hij over zijn documentaire ‘Pisnicht’ en zijn eigen coming-out. “Ik had toentertijd moeite met mezelf te accepteren. Dat wil ik veranderen voor anderen.” Mensen die nog in de kast zitten kunnen volgens hem nog maar lastig bloeien en groeien. “Op een gegeven moment stap je uit de kast en sta je aan het begin van een heel nieuw avontuur. Dan moet je bedenken: Wie ben ik? Waar houd ik van?”
2. Kinderen voelen veel verantwoordelijkheid
De coming-outfase gaat volgens Margriet voor veel kinderen gepaard met stress. Dit maakt de talkshow M-host zelf op jonge leeftijd mee. Margriet vreest als kind heel erg voor haar coming-out. “Dat zegt ook iets over de verantwoordelijkheid die kinderen voelen. Die verantwoordelijkheid voelde ik ook. Ik dacht: Als ik mijn mond opendoe, dan gaat er een ongeluk gebeuren.” Margriet heeft haar verleden omgezet in kennis en kracht. Zo heeft ze kijkers meegenomen in het antwoord op de vraag hoe het is om homoseksueel te zijn in ‘How to be Gay’.
3. Wederzijds begrip
Op jongere leeftijd komt Nanoah uit de kast als anders geaard. Hierop reageert de vader van Nanoah letterlijk met de tekst: “Jij bent mijn dochter niet meer.” Inmiddels is de vader van Nanoah 'verzacht'. Zij spreken en zien elkaar weer met regelmaat. Nanoah is recentelijk uit de kast gekomen als non-binair. Wanneer Nanoah diens nieuwe ID-kaart laat zien aan diens vader, gaan ze erover in gesprek. De ID-kaart is voorzien diens nieuwe naam en een X bij gender. Nanoah begrijpt dat diens vader het er soms lastig mee heeft: “Het is voldoende dat hij het accepteert. Dan hebben we het er niet over, maar we praten nog wel met elkaar.”