Vaticaanstad, 25 maart 2022 - Paus Franciscus is vandaag in de vroege avond voorgegaan in een boeteviering in de Sint-Pietersbasiliek, waarbij gelegenheid tot biechten werd geboden. Ook de paus beleef bij dienstdoende biechtvaders zijn zonden.
Tegen het einde van de dienst bad Franciscus een akte van toewijding van de mensheid, in het bijzonder van Rusland en Oekraïne, aan het Onbevlekt Hart van Maria.
De pontifex bad de akte in gemeenschap met alle katholieke bisschoppen over de hele wereld. Franciscus vernieuwde de toewijding als reactie op de oorlog in Oekraïne en op verzoek van de Heilige Maagd Maria, gedaan in een verschijning in Fátima (Portugal) op 13 juli 1917.
In zijn homilie reflecteerde de paus over de behoefte van de mensheid aan Gods vergeving. Hij sprak ook zijn afschuw uit over de “wrede oorlog” in Oekraïne, die velen het leven heeft gekost en onnoemelijk veel leed heeft veroorzaakt. De oorlog, voegde hij toe, herinnert aan de menselijke “hulpeloosheid en onze ontoereikendheid”, evenals aan onze behoefte aan de “nabijheid van God en de zekerheid van zijn vergeving”. God alleen kan volgens de paus het kwaad uitbannen, wrok ontwapenen en de vrede in onze harten herstellen.
Paus Franciscus herinnerde eraan dat God de Maagd Maria heeft uitgekozen om de geschiedenis te veranderen door een nieuw verhaal van “verlossing en vrede” te beginnen.
De paus stond vanwege het hoogfeest van de Aankondiging des Heren ook stil bij Maria's ontmoeting met de engel Gabriël, het moment waarop God haar uitnodigde om de moeder te worden van de Zoon van God. In Gabriëls woorden ‘de Heer zij met u’ klinkt de enige echte reden tot vreugde door, zei Franciscus. Katholieken ervaren volgens hem iets soortgelijks in het sacrament van boete en verzoening, omdat “God ons nabij komt als we ons aanbieden met een nederig, berouwvol hart”.
De biecht is het “sacrament van de vreugde”, zei hij. “De Heer komt bij ons binnen, zoals bij Maria in Nazareth, en brengt ons onverwachte verwondering en vreugde.”
De paus drong er ook bij priesters op aan om in de biecht altijd uiting te geven aan Gods vergeving, en nooit een air van starheid of hardheid uit te stralen. “Als een priester deze houding niet bezit met de juiste gevoelens in zijn hart dan kan hij beter niet optreden als biechtvader.”