Agrigento, 9 mei 2021 - De Italiaanse martelaar Rosario Angelo Livatino is vanochtend zaligverklaard in de kathedraal van het Siciliaanse aartsbisdom Agrigento. De plechtigheid werd voorgegaan door kardinaal Marcello Semeraro, prefect van de Congregatie voor de Processen der Heiligen.
Rosario Livatino was een jonge magistraat, die het als zijn religieuze roeping zag om de georganiseerde misdaad op Sicilië te bestrijden. Toen hij op 21 september 1990 door de maffia werd vermoord, kende bijna niemand de 37-jarige onderzoeksrechter, behalve zijn criminele kwelgeesten. Hij was werkzaam bij de rechtbank van Agrigento waar hij zijn dagen doorbracht tussen stoffige dossiers, waarin hij zich hoofdzakelijk bezighield met inbeslagnemingen en verbeurdverklaringen van bezittingen die aan de maffia waren ontnomen.
Zijn doodvonnis werd uitgesproken door de bazen van de Stidda, een misdaadsyndicaat in Agrigento en omstreken. Uiteindelijk zouden er vier van hen tot levenslange gevangenisstraf worden veroordeeld.
De Congregatie voor de Processen der Heiligen in Rome beschouwt zijn gewelddadige dood als een direct resultaat van Livatino’s evangelisch getuigenis. Daarom werd hij op 22 december 2020 door paus Franciscus uitgeroepen tot bloedgetuige oftewel martelaar.
Dat de ‘eerbiedwaardige dienaar Gods’ Rosario Livatino vandaag tot de eer der altaren werd verheven, is niet toevallig. Op 9 mei 1993 sprak Sint-Johannes Paulus II in de Tempelvallei bij Agrigento zijn historische homilie tegen de maffia uit. Daarin richtte de Poolse paus zich furieus tot de maffiabazen: “Bekeert u! Eens zal het oordeel van God komen!”
Livatino, bijgenaamd ‘de jongensrechter’, werd gedood langs de staatsweg die hij elke ochtend reed vanaf Canicattì, waar hij met zijn ouders woonde, naar de rechtbank in Agrigento. Hij had een escorte geweigerd. Toen hij geconfronteerd werd met zijn beulen, smeekte hij hun zijn leven te sparen. Als antwoord schoten ze hem in het gezicht.
Wegens het verband tussen Livatino’s geloof en zijn werkijver - de maffiosi noemden hem smalend santocchio wegens zijn veelvuldige kerkgang - werd in 1993 het diocesane zaligverklaringsproces opgestart.
In het decreet van zijn martelaarschap staat dat Livatino door zijn vervolgers als onomkoopbaar werd beschouwd, “niet vatbaar voor pogingen tot corruptie juist omdat hij een praktiserend katholiek was”. Uit de getuigenissen, waaronder die van de aanstichter van de moord, en uit de gerechtelijke stukken blijkt dat de afkeer jegens hem ondubbelzinnig terug te voeren was op het odium fidei (‘haat tegen het geloof’), in die mate zelfs dat de opdrachtgevers van de moord aanvankelijk de hinderlaag hadden beraamd “voor de kerk waarin de magistraat dagelijks het Allerheiligste Sacrament bezocht”.
Na de moord hadden onderzoekers maanden nodig voor de verklaring van de afkorting S.T.D., die op Livatino’s aantekeningen, documenten en notitieboekjes stond en aanvankelijk voor een geheime code werd aangezien. Uiteindelijk werd ontdekt dat het een voortdurend beroep was dat Livatino op God deed: de drie letters staan voor Sub Tutela Dei (‘onder Gods hoede’), het leidende beginsel van zijn leven en een teken van een diepe spiritualiteit.
Livatino is vanaf vandaag niet alleen een officieel toonbeeld van evangelische moed, maar ook van een sterk maatschappelijk engagement. Zijn hoge opvattingen over het recht worden in Italië alom bewonderd. In 1984 zei hij op een conferentie over de rol van de rechter: “Het zou voor rechters het meest opportuun zijn om af te zien van deelname aan verkiezingen als kandidaat of, indien zij van mening zijn dat een zetel in het parlement in prestige, macht en belang het ambt van rechter verre overtreft, een onherroepelijke keuze te maken, waarbij zij alle schepen achter zich verbranden en definitief ontslag nemen uit de rechterlijke macht.”
Geloof en werk komen als één geheel voor in een ander geschrift van de ‘jongensrechter’ uit 1986: “De taak van de magistraat is te beslissen. Welnu, beslissen is kiezen, soms uit vele dingen, manieren of oplossingen. En kiezen is een van de moeilijkste dingen die een mens moet doen. En het is juist in dit besluitvormingsproces dat de gelovige magistraat een relatie met God kan vinden.”
Paus Franciscus, die op 21 juni 2014 alle katholieke maffiosi excommuniceerde, is een groot bewonderaar van Rosario Livatino. Op 29 november 2019 sprak de Heilige Vader tot de leden van het Studiecentrum ‘Rosario Livatino’. Hij noemde de magistraat “een lichtend voorbeeld van hoe het geloof ten volle kan worden uitgedrukt in dienstbaarheid aan de burgerlijke samenleving en haar wetten; en van hoe gehoorzaamheid aan de Kerk kan worden gecombineerd met gehoorzaamheid aan de Staat, in het bijzonder met het delicate en belangrijke ambt van het handhaven en toepassen van de wet.”
Gisteravond lieten de Siciliaanse bisschoppen met het oog op de zaligverklaring van vandaag een verklaring uitbrengen. Daarin staat onder meer: “Wij hebben nog niet het hoge niveau van onze martelaren bereikt. In deze dertig jaar zijn er wel al veel dingen veranderd, maar nog steeds niet genoeg. De maffia heeft inmiddels andere manieren gevonden om te infiltreren. Daarom moeten wij onze stem verheffen en de daad bij het woord voegen. Niet met spontane initiatieven, maar met systematische acties.”