Alleenstaande ouders en hun kinderen krijgen in twee op de drie gemeenten geen voorrang op een sociale huurwoning. Doordat ze ook niet in de maatschappelijke opvang terecht kunnen, vallen alleenstaande ouders vaak tussen wal en schip. Dat blijkt uit onderzoek van Pointer in samenwerking met platform Gescheiden Wonen. 

Pointer en Gescheiden Wonen analyseerden de huisvestingsverordeningen van alle gemeenten in Nederland. Daaruit blijkt dat in ruim twee op de drie gemeenten alleenstaande ouders niet worden geholpen als de kinderen ook bij de andere ouder terecht kunnen. 

Zelfredzaam  

Alleenstaande ouders die na een scheiding geen huis meer hebben worden door gemeenten niet opgevangen in de maatschappelijke opvang omdat het geen plek is voor kinderen en er geen sprake is van een psychische aandoening of drugsprobleem. Ze worden ‘zelfredzaam’ verklaard. Daarom belanden ze vaak bij vrienden en familie of wonen tijdelijk op een camping. 

Anke kent die situatie, ze woont samen met twee kinderen tijdelijk op een vakantiepark in Drenthe en kreeg geen urgentie. “Ik ben niet urgent genoeg. Ze zeiden tegen me: de kinderen kunnen ook bij de vader slapen. Ik vind het echt absurd. Ik ben een hardwerkende moeder en er is gewoon geen vangnet.” 

Gemeenten kunnen in uitzonderlijke gevallen voorrang – urgentie – geven voor een sociale huurwoning. Dat doen ze steeds minder vaak aan alleenstaande ouders en hun kinderen. 

Ik ben een hardwerkende moeder en er is gewoon geen vangnet

Belang van het kind 

“Het probleem is dat het belang van het kind niet wordt meegewogen bij het geven van urgentieverklaring, aldus Kinderombudsman Margrite Kalverboer. “Daar maken wij ons druk om. Iedereen snapt het woonprobleem, maar dit is niet in het belang van het kind. 

Mariëlle Bahlmann van Defence for Children stelt dat gemeenten een verantwoordelijkheid hebben om alleenstaande ouders en hun kinderen in deze situatie te helpen, maar deze niet nemen. “Als de ouder niet voor een veilige woonsituatie kan zorgen, dan moet de overheid daarbij helpen”. Bahlmann ziet het probleem groeien. “Vijf jaar geleden hadden we bijna geen zaken met kinderen die dakloos dreigden te raken. Nu zijn dat er ongeveer 60 per jaar.”