‘s-Hertogenbosch, 8 juli 2021 - De Colombiaanse franciscanes die al meer dan vier jaar geleden door jihadisten werd ontvoerd, heeft een nieuw teken van leven gegeven in de vorm van een briefje aan haar broer. Die ontving het 11 regels lange bericht onlangs via het Rode Kruis. De internationale katholieke hulporganisatie Kerk in Nood sprak met de broer.
Zr. Gloria Narváez Argoti (57), lid van de congregatie Franciscaanse Zusters van de Onbevlekte Maagd Maria, werd op 7 februari 2017 ontvoerd in Karangasso, Mali, waar zij in een parochie werkzaam was.
Lees: Colombiaanse missiezuster al vier jaar gevangene van jihadisten (28-1-2021)
“Ik zend iedereen mijn hartelijke groeten. Moge de goede God hen zegenen en hun gezondheid schenken. Ik heb vier jaar gevangen gezeten, en nu ben ik bij een nieuwe groep”, schrijft ze in het briefje, gedateerd op 3 februari 2021 en geschreven in het Spaans, in haar eigen handschrift, in hoofdletters met blauwe balpen. Haar familie ontving de brief in mei.
Edgar Narváez Argoti, de broer van de missiezuster, is onderwijzer in de Colombiaanse stad Pasto, in Colombia. In gesprek met Kerk in Nood vanuit Colombia, herinnert hij zich dat hij in zijn eerste brief aan zijn zus had meegedeeld dat hun moeder, Rosita Argoti de Narváez, op 87-jarige leeftijd in september 2020 was overleden. “Ze was niet in staat om het verdriet en de wanhoop nog langer te verdragen.”
Maanden later kwam er een antwoord van Zr. Glorie: “Ze stuurde de groeten aan de familie, zei dat ze in goede gezondheid verkeerde, en vroeg om een oproep te doen aan de autoriteiten hier in Colombia om maatregelen te nemen om haar vrij te laten en terug te laten keren naar Colombia”, aldus de broer.
In haar nieuwe bericht identificeert de franciscanes de terreurgroep die haar momenteel gegijzeld houdt als de GSIM (Groupe de soutien à l’Islam et aux Musulmans), de Groep ter ondersteuning van de Islam en de Moslims. Volgens experts gaat het om een groep die deel uitmaakt van een jihadistische alliantie in de Sahel en banden heeft met Al Qaeda.
In haar briefje vraagt zuster Gloria iedereen om gebed, zodat zij haar lang verlangde vrijheid mag krijgen. “Mogen zij allen veel voor mij bidden. Moge God hen allen zegenen. Ik heb goede hoop dat God mij zal helpen mijn vrijheid te herwinnen. Je liefhebbende zuster, Gloria.”
In oktober vorig jaar werd haar medegijzelaar, de Franse arts Sophie Petronin, vrijgelaten. “Hun scheiding heeft mijn zus psychisch en geestelijk zwaar getroffen, omdat zij vier jaar vriendschap met elkaar hadden gedeeld. Ze konden het goed met elkaar vinden en waren zeer goede vriendinnen”, vertelde Edgar Narváez aan Kerk in Nood.