Samen met zijn ezel Lodewijk liep theatermaker Tjerk Ridder van Parijs naar Groningen in het licht van Sint Maarten. Hij ontmoette veel behulpzame mensen, maar hij kwam ook vooral zichzelf tegen. Hij spreekt erover met Annemiek Schrijver in een nieuwe aflevering van De verwondering.

Om inspiratie op te doen voor zijn voorstellingen reist theatermaker Tjerk Ridder door heel Europa. In 2017 besloot hij samen met zijn ezeltje Lodewijk de Martinusroute te bewandelen: een pad van Parijs naar Groningen in de voetsporen van Martinus van Tours (Sint Maarten). De heilige staat bekend om het delen van zijn mantel met een verkleumde bedelaar bij de stadspoort van Amiens. 

Behulpzame mensen

Tjerk besloot het verhaal -dat draait om barmhartigheid en solidariteit- in te stappen. Voor eten en slaapplekken was hij afhankelijk van de hulp van mensen die hij onderweg ontmoette. ‘Ik heb ontdekt dat mensen heel graag willen helpen. Dat staat haaks op alle verhalen die we in de media horen over egoïsme, individualisme en polarisatie.’

Zo koppig als een...

Zijn ezel Lodewijk was tijdens de wandeling een grote leermeester. Zoals het een ware ezel betaamt, wilde hij op den duur niet verder lopen. ‘Toen kreeg je het klassieke beeld van de ezel die koppig bleef staan: ik trekken, hij trekken…’ Tjerk besloot Lodewijk los te laten en alleen verder te gaan. Na een poosje zag hij dat het ezeltje hem toch was gevolgd. ‘Hij leerde me: niet maar aan iets blijven trekken wat niet met je mee wil. Koppel het los en volg moedig je eigen pad, en hopelijk volgt datgene je dan vanzelf.’

Beluister deze aflevering als podcast:

'Mama, ben je er nog?'

Thuiskomen is een belangrijk thema in Tjerks leven. ‘Ik koos ervoor om de Martinusroute in omgekeerde volgorde te bewandelen: naar huis.’ Als baby lag Tjerk na een operatie drie weken alleen in het ziekenhuis. Het resulteerde in verlatingsangst. ‘Wanneer ik als kind mijn ogen dicht had tegen de prik van de shampoo, en mijn moeder stond naast me met de handdoek riep ik vaak: mama, ben je er nog?’ 

Die verlatingsangst blijft, maar het feest van Sint-Maarten brengt verzachting: ‘het is heel mooi feest dat draait om openheid en warmte. Dat wens ik mezelf en de wereld toe.’

Kijk deze aflevering hier terug 

De inspiratietekst van Tjerk Ridder

In de korte, blauwe schemering deed ik een kleine wandeling.
De grond was rood, gebarsten-droog,
de lucht was dun en vreselijk hoog.
En blauwe distels stijf en grillig ritselden driftig en onwillig.
Stil grazend naast een grijze rots zag ik 
opeens op hoge benen, een jonge ezel;
zijn oren schenen doorzichtig,
zijn gelaat was trots.
Zijn lange, ambren ogen blonken als water 
ernstig bezonken.
En onpartijdig was zijn blik.
En na een korte felle schrik
verstarde ik in verwondering.
Of kan het eerbied zijn geweest voor
dit schoon, ongeschonden beest,
waarmee ik langzaam verder ging?
Een pijnlijke herinnering:
zo ben ik vroeger ook geweest.
Die gaafheid en zachtzinnigheid, 
onzware ernst en dromerigheid.
O kon ik dat nog ééns herwinnen.

Kon ik nog ééns opnieuw beginnen.

-Het Ezeltje, Vasalis