Vanwege haar pestverleden verstopte operazangeres Francis van Broekhuizen zichzelf jarenlang achter een masker van humor en zelfspot. Nu ze ouder en zelfverzekerder is, durft ze het af te zetten:’Ik heb nog zo veel meer te bieden.’
‘Je doet mijn hart opspringen, ik word zo blij van je’, begint Annemiek Schrijver het gesprek met operazangeres Francis van Broekhuizen.
‘Dat komt omdat ik overal het positieve probeer te zien’, antwoord Francis. ‘Ik ben altijd heel vrolijk en dat straal ik ook uit, dat maakt anderen ook vrolijker.’
Beluister deze aflevering als podcast
Humor als wapen
Maar die kenmerkende vrolijkheid is niet altijd vanzelfsprekend geweest. Als klein meisje werd Francis jarenlang gepest, wat haar zelfvertrouwen aantastte.
‘Er was één jongen die elke dag wel zei dat ik lelijk en stom was. Als je dat steeds hoort, dan ga je dat op een gegeven moment geloven. Soms kreeg ik ook uit het niets een klap in mijn gezicht.’
Op de middelbare school ontdekt Francis dat ze zich kan wapenen met humor en ze verbergt zichzelf achter een masker van zelfspot. Dat blijkt haar redding te zijn, want het pesten wordt langzaam minder.
‘Ik maakte grappen over mezelf zodat anderen me niet meer konden raken. Ze vonden me nog steeds wel raar, maar ik werd niet meer uitgelachen. Ze moesten nu om me lachen.’
Achter het masker vandaan
Nu de zangeres ouder en zelfverzekerder is, durft ze langzaam achter dat masker vandaan te komen. Zo wil ze laten zien dat ze, naast het zijn van de vrolijke flapuit die we allemaal kennen van televisie, nog zo veel meer te bieden heeft.
Haar warme familie, de muziek én haar geloof helpen haar daarbij. ‘Ik zie nu in dat het allemaal wel meevalt met mij.’