De paus doet heel veel:
Bidden; mediteren; sacramenten toedienen; ceremonies leiden; voorgaan in liturgievieringen; preken; lezen en studeren; geloofsonderricht geven; leiding geven aan het pauselijk bestuursapparaat; Vaticaanstad besturen; rapporten uit de wereldkerk analyseren; bisschoppen uit de hele wereld ontvangen; functionarissen benoemen; vergaderen met adviseurs; toespraken houden tot menigten en kleinere groepen; staatshoofden en regeringsleiders officieel ontvangen; audiënties verlenen; grote ontvangsten houden; pelgrims zegenen; wetten uitvaardigen; documenten opstellen; apostolische reizen ondernemen; vredesmissies sturen; diplomatie bedrijven; contacten met andere kerken en religies onderhouden; leerstellige stukken (laten) schrijven; parochies in Rome bezoeken; pastorale gesprekken voeren; communiceren in diverse media ...