Datajournalist Thomas Mulder van het KRO-NCRV-platform Pointer komt een groot onrecht op het spoor: ruim zevenduizend huizen van Joodse gezinnen zijn tijdens de Tweede Wereldoorlog ingepikt en doorverkocht. Thomas duikt in de data en stuit op onthutsende verhalen. Pointer wijdt hier een indrukwekkende tv-uitzending aan.
‘Afgelopen zomer hoorde ik van het bestaan van de zogeheten ‘Verkaufsbücher’. Dat is een stoffig administratief boek uit de Tweede Wereldoorlog dat ter inzage ligt in het Nationaal Archief in Den Haag. Daarin staan de gegevens van ruim zevenduizend Nederlandse verkooptransacties van Joodse huizen en percelen in de periode april 1942 tot januari 1945. Maar van gewone verkoop was natuurlijk helemaal geen sprake. Wat er wel gebeurde? Joodse gezinnen werden opgepakt en op transport gezet en vervolgens pikten de Duitsers en NSB’ers hun huizen in. Die verkochten zij door. Soms voor slechts een kwart van de werkelijke waarde. Zo ontvingen de Duitsers snel geld en konden de kopers goedkoop investeren in vastgoed. Mensen zijn daar heel rijk mee geworden, over de hoofden van die Joodse slachtoffers.’
Dubieuze transacties
‘Met Pointer wonnen we afgelopen zomer de Stuiveling Open Data Award, voor ons onderzoek naar fraude in de zorg. Een van de andere genomineerden voor de prijs was het Nationaal Archief. Die had samen met het Kadaster de ‘Verkaufsbücher’ gedigitaliseerd. Ik werd gelijk enthousiast. Er staan data in van zevenduizend dubieuze transacties! Kon Pointer daar misschien iets mee? Jazeker. Onze verhalen vloeien juist altijd voort uit dit soort data. Wij koppelen verschillende bronnen aan elkaar en proberen op die manier bijzondere verhalen boven tafel te krijgen.
Ik hoorde over onteigende Joodse panden en over gebrekkige naoorlogse compensatie. Ik dacht: dit kan niet. Dit is gewoon onrecht! We weten veel over geroofde Joodse bezittingen zoals schilderijen en andere kunstwerken. Maar huizen! Dat is een ander verhaal. Moet je je ook eens voorstellen: door een wonder overleef je een van de grootst denkbare verschrikkingen uit de geschiedenis. Je keert terug van een concentratiekamp. Sta je eindelijk in Nederland weer voor jouw eigen voordeur, woont er iemand anders in jouw huis. Wat kun je dan doen?’
Zwolle in de oorlog
‘Op de terugweg vanaf Den Haag heb ik vanuit de auto gelijk met onze eindredacteur gebeld. Hier moesten we iets mee doen! Dit zijn niet vertelde verhalen. Het gaat over onrecht, het heeft een data-element wat ideaal is voor Pointer en het past bij de thematiek rond 75 jaar bevrijding. Toen ik die avond thuiskwam, ben ik gelijk achter mijn computer gekropen en heb ik het Excelsheet van de ‘Verkaufsbücher’ geopend. Omdat alles gedigitaliseerd is, kun je heel makkelijk filteren op plaatsnamen. Ik zat er helemaal in en was superbenieuwd of ik iets interessants zou tegenkomen. Omdat ik zelf lang in de omgeving van Zwolle heb gewoond, was ik nieuwsgierig naar wat zich daar heeft afgespeeld in de oorlog. Het was meteen raak.’
Panden afgepakt
Ik ontdekte dat er in Zwolle 76 Joodse woningen zijn onteigend. En één naam kwam steeds weer bovendrijven. Een Zwolse rijwielhandelaar had in korte tijd maar liefst acht Joodse woningen opgekocht. Wat is dat voor iemand? Hij moet toch geweten hebben dat die panden van Joodse gezinnen zijn afgepakt? Is er al iets over hem geschreven?
Mijn gedachten sloegen bijna op hol. Er borrelden ook zoveel andere vragen op: welke Joodse families hebben hier allemaal onder geleden? En wat was de rol van notarissen? En van de gemeentes zelf ? Hoe hebben zij zich gedragen? We konden met deze data zoveel kanten op. Op de redactie van Pointer bleek later dat iedereen er net zo enthousiast over was. Normaal zitten we met maximaal drie mensen aan een onderzoek. Maar hier werkt nu bijna iedereen aan mee. We gaan hier groots mee uitpakken. Online zullen we veel artikelen publiceren maar we wijden er ook een tv-uitzending aan. ‘
Betrokkenen
‘Door de data uit de ‘Verkaufsbücher’ te koppelen aan informatie van het Joodse Monument en gegevens van het Historisch centrum Overijssel ontdekte ik steeds meer over de Zwolse rijwielhandelaar. Hij en zijn vrouw bleken enthousiaste leden van de NSB te zijn. Het lijkt erop dat hij op een gegeven moment zijn Joodse overbuurman heeft aangegeven en binnen een paar maanden diens huis opkocht. Maar dat is nog niet bewezen. Het zou zo absurd zijn.
Maar er is nog meer. Een paar weken geleden had ik een afspraak in Zwolle met drie lokale historici. Ik vertelde ze over dit project en toonde hen de namen van de 76 Joodse gezinnen wier huizen waren doorverkocht. Ik wilde gewoon van ze weten: welke aanvullende verhalen kennen jullie waarmee ik misschien iets kan? Toen zei een van hen ineens: “Oh ja, die ene Joodse meneer is na de oorlog nog teruggekomen. Zijn pand is afgepakt. Ik kan wel vragen of hij wil meewerken aan jullie uitzending?” En toen viel ik even stil.
Hoorde ik dat goed? Hij ging verder: “Ja, hij is inmiddels 92 jaar maar hij kan hier heel zakelijk over praten. Ik kan het via via wel eens navragen.” Ik was eigenlijk een beetje overrompeld. Wat fantastisch dat ze mij hiermee konden helpen. Ik ben datajournalist. Alles wat ik online kon vinden heb ik gevonden. Maar de volgende stap is natuurlijk om betrokkenen te spreken. Want als die Joodse meneer mij straks uit eerste hand kan vertellen hoe het écht is geweest, komt zo’n verhaal natuurlijk pas tot leven.
Een van de Zwolse historici vertelde me nog wat anders. Hij herkende een andere naam uit de ‘Verkaufsbücher’ en zei: “Huh, heeft die man een pand van een gedeporteerde Jood overgenomen? Maar van hem is ook bekend dat hij Joden juist heeft helpen onderduiken.” Kon het dan misschien zo zijn dat hij een huis heeft gekocht om dit te kunnen behouden voor zijn Joodse vrienden? Dat is ook weer een heel ander, maar prachtig verhaal. We komen er in onze uitzending en op ons platform uitgebreid op terug.’