Zin in morgen op NPO Radio 5 sluit elke week af met een moment van bezinning. Deze week een overdenking van KRO-NCRV's De verwondering redacteur Amber Coomans.
Kunstmatige intelligentie
Onlangs stond de KRO-NCRV in het teken van kunstmatige intelligentie. Er waren lezingen en workshops over hoe technologie ons leven makkelijker kan maken. De voordelen zijn talrijk, en veel mensen worden razend enthousiast van de veranderingen die ons te wachten staan. Toch merkte ik dat ik me na elke lezing een klein beetje ongelukkiger begon te voelen. Naast banenverlies en veiligheidsrisico’s begon ik vooral na te denken over de relatie tussen technologie en eenzaamheid, en de rol die het in mijn eigen leven speelt.
Altijd op de smartphone
Niks roept bij mij zo sterk eenzaamheid op als Instagram: iedereen lijkt het leuker, gezelliger of beter te hebben dan ik. Toen ik laatst ging zwemmen bij een meertje schrok ik bijna van de ‘imperfecte’ lichamen: o ja, zo zien échte mensen eruit… In de trein zit iedereen op zijn smartphone te kijken en een vriendelijk praatje met een medereiziger wordt steeds zeldzamer.
Meer echtheid nodig
Als ik de weg kwijt ben in de stad hoef ik nooit meer de weg te vragen, want Google Maps weet het toch wel. En ik kan boodschappen doen zonder een praatje te maken met de kassière want er zijn overal zelfscankassa’s. Door technologie hebben we elkaar steeds minder nodig, en krijgen we een vertekend beeld van wat menszijn is. We hebben juist meer echtheid en lichamelijkheid nodig: knuffelen, dansen, echte gesprekken.
Ziel van de mensheid
Gelukkig blijkt kunstmatige intelligentie het met me eens te zijn. In een tijdschrift lees ik over dichter Ian S. Thomas. Hij stelde alle grote levensvragen aan het grote taalmodel GPT-3 en bundelde de antwoorden in een boek. GPT-3 hamert steeds op het belang van menselijke verbinding, want dat is de zin van het leven. Als ik verder lees, realiseer ik me dat GPT uiteindelijk niks anders is dan een taalmodel dat onze hele menselijke geschiedenis tot zijn beschikking heeft. Zoals Ian S. Thomas zegt: ‘Als je met zo’n groot taalsysteem werkt, spreek je met de ziel van de mensheid.’ Wat een troostrijke gedachte, ik voel me plots niet meer zo alleen.
