Eigenlijk heet ze Truus, maar ze noemt zichzelf Roosje. Prinses Roosje zelfs. Negentig jaar is ze inmiddels, maar daar trekt ze zich weinig van aan. Ze draagt de mooiste jurken, maakt elke dag een dansje en geniet met volle teugen van het leven. Haar geheim? ‘Je moet er zelf iets van maken.’

Moeilijke jeugd 

Als kind had Roosje het niet makkelijk thuis. Ze had een strenge vader die zijn kinderen sloeg met de pook en moest al op haar dertiende gaan werken. Studeren? Dat vond haar vader niet nodig. Het geld dat ze verdiende, leverde ze thuis in. 

Tot ze toen ze begin twintig was haar grote liefde ontmoette op een dansavond. Na twee jaar trouwden ze. Hij had een binnenvaartschip en Roosje dacht: ‘avontuur!’ Maar het leven op het schip was vooral hard werken, sjouwen en water scheppen. Wassen, koken en afwassen deed ze met water uit het kanaal. Koud douchen is een gewoonte die ze daaraan heeft overgehouden. 

Meteen zwanger

Na drie maanden op het schip was ze zwanger. Daarna kwam een tweede kind, en een derde. En uiteindelijk kregen ze op dat schip zes kinderen. Een van hun kinderen overleed aan wal op tienjarige leeftijd. Ze werd overreden door een kar voor de ogen van Roosje. Ruimte voor verwerking was er toen niet: ‘Het was ‘begraven en weer door’. Toch besloot ze erover te gaan praten met een psycholoog die haar aanraadde op het vasteland te gaan wonen. Dat was beter voor de kinderen. 

Terug aan wal

Zo gezegd, zo gedaan: de hele familie ging aan wal en het schip werd verkocht. Dat was flink wennen, Roosje en haar man waren het leven met buren niet gewend. Vooral haar man miste het water. Maar ze vonden uiteindelijk toch hun draai aan wal. 

Zin in morgen - Prinses Roosje
Zin in morgen - Prinses Roosje

Iedereen is dood

Elf jaar geleden overleed haar man. Haar vriendinnen en veel familieleden leven ook niet meer. Roosje: ‘Iedereen om mij heen is dood. Ik kan niemand meer bellen. Dat is niet leuk hoor. Daarom zoek ik veel contact met jongere mensen. En ga ik er veel op uit. Mijn kinderen nemen me gelukkig vaak mee. Dan gaan we naar een restaurant en een wijntje drinken. Heerlijk vind ik dat.’

Roosje zorgt goed voor zichzelf: ze doet elke ochtend fietsoefeningen, perst dagelijks twee citroenen uit en wandelt naar de supermarkt voor een croissantje. Elke dag maakt ze een dansje en ze zorgt dat ze er altijd piekfijn uitziet: ‘Als je ouder wordt moet je jezelf goed blijven kleden. Anders gaat alles zo hangen. Ik heb tachtig jurken, vooral rode jurken vind ik mooi. En hakjes natuurlijk. Vroeger op het schip droeg ik vooral broeken. Ik ging dan wel eens aan wal om in de stad naar jurken in de etalages te kijken, maar die kleding kon ik aan boord niet dragen natuurlijk.’

Poppenverzameling

Sinds haar man niet meer leeft, gaat ze helemaal haar eigen gang. Ze verzamelt poppen, kandelaars, kroonluchters, teddyberen en lichtjes. Ze gaat regelmatig naar de antiekmarkt: ‘Ik ben natuurlijk een heel aardig vrouwtje, dus ik kan altijd wel een beetje afdingen.’ Het liefst zou ze nog veel meer spullen verzamelen: ‘Dat komt misschien omdat ik vroeger niets had’.

'Ik voel me een Roosje'

Haar man had het niks gevonden, die verzameling prullaria. Maar ja, hij is er niet meer, dus nu doet ze lekker wat ze zelf wil. Vandaar ook de naam Roosje. Haar eigen naam Truus vond ze maar stom: ‘Ik voel me geen Truus, ik voel me een Roosje. Dus dat ben ik nu. Prinses Roosje. In mijn eigen paleisje. Ja, je moet er zelf wat van maken he.’

Prinses Roosje
5 min 21 s
Deze video op je eigen site plaatsen

Kijk naar Zin in morgen

Bekijk de aflevering van Zin in morgen met Roosje op NPO Start.

Zin in morgen - Prinses Roosje