Kiev (KAP/KNA/KRO-NCRV) 2 april 2022 - De Sint-Sofiakathedraal van Kiev, thans een museum, staat sinds 1990 op de Werelderfgoedlijst van UNESCO en wordt beschouwd als een centraal symbool van de Oekraïense identiteit. Sinds het begin van de oorlog is er grote bezorgdheid geweest dat de voormalige orthodoxe hoofdkerk (sobor) opzettelijk zou kunnen worden beschadigd of zelfs vernietigd. Deze bezorgdheid kreeg gisteren een nieuwe impuls toen de UNESCO alarm sloeg over culturele locaties in Oekraïne. Het Grottenklooster van Kiev staat ook op de Werelderfgoedlijst. Dat is echter de zetel van de Oekraïens-Orthodoxe Kerk van het Patriarchaat Moskou. Hoewel dat kerkgenootschap zich duidelijk tegen de Russische agressie heeft uitgesproken, is de kans dat het grotklooster opzettelijk door Rusland wordt beschoten vrij gering.
Volgens een eerste telling van de UNESCO zijn reeds 53 culturele plaatsen geheel of gedeeltelijk door de oorlog verwoest, zo meldden Franse media. Op de lijst, die vanwege het conflict slechts voorlopig is en in samenwerking met de plaatselijke autoriteiten is opgesteld, zijn 29 religieuze locaties, 16 historische gebouwen, vier musea en vier monumenten aangemerkt als getroffen. Tot dusver is er geen schade bekend over de zeven Oekraïense sites die op de Werelderfgoedlijst staan - maar dat betekent niet dat er geen is, aldus de organisatie.
“Het is moeilijk om nauwkeurige informatie te krijgen, je moet voorzichtig zijn”, vertelde UNESCO-adjunct-directeur-generaal voor Cultuur Ernesto Ottone aan journalisten op het hoofdkantoor van de VN-instelling in Parijs. Het schaderapport wordt dagelijks aangevuld, zei hij, en het aantal neemt toe. “Er is een erfenis van de mensheid die in gevaar is”, zei hij.
“Wij zijn het aan de toekomstige generaties verplicht om alles in het werk te stellen om het erfgoed van het land te redden", aldus Lazare Eloudou Assomo, directeur werelderfgoed van UNESCO. Hij uitte zijn bezorgdheid over de gebombardeerde stad Tsjernihiv, waar gebouwen uit de 9de tot de 13de eeuw staan.
Volgens het rapport hebben de UNESCO en de Oekraïense regering, om verdere vernietiging te voorkomen, een systeem van witte en blauwe markers ontwikkeld om werelderfgoedsites te identificeren.
UNESCO-directeur-generaal Audrey Azoulay had in maart al een brief geschreven aan de Russische minister van Buitenlandse Zaken Sergej Lavrov waarin zij haar bezorgdheid uitte over het behoud van het cultureel erfgoed in Oekraïne. Volgens de UNESCO heeft zij nog geen antwoord ontvangen.
De Sint-Sofiakathedraal in de Oekraïense hoofdstad Kiev is een van de belangrijkste gebouwen van de christelijke cultuur in Oost-Europa. Na de ‘doop van de Kievse Roes’ in 988 werden er plannen ontwikkeld om grote kerken te bouwen. In Kiev zelf werd werd in het begin van de 11de eeuw een godshuis gebouwd naar het voorbeeld van de kathedraal van de Byzantijnse moederkerk in Constantinopel, eveneens gewijd aan de Heilige Wijsheid (Grieks: Hagia Sophia).
De Sint-Sofia van Kiev, gebouwd op wat werd beschouwd als de bakermat van het pan-Russische christendom, werd in de loop der eeuwen verschillende keren verwoest, herbouwd en uitgebreid.
Het interieur van de kerk bevatten vele fresco’s, die samen een oppervlakte van ongeveer 3000 vierkante meter bestrijken. Het aantal mozaïeken beslaat ongeveer 260 vierkante meter. Het opvallendste mozaïek bevindt zich op de apsiswand en stelt de ‘Biddende Moeder Gods’ voor.
UNESCO: fotogalerij Sint-Sofiakathedraal Kiev
De Sint-Sofia was in de middeleeuwen het centrum van het culturele en politieke leven van het oude Russische volk. Ook de troonbestijgingen van de Kievse prinsen vonden hier plaats. De afmetingen – zeven koepels, vijf beuken, 37 meter lang, 55 meter breed en tot 29 meter hoog – waren buitengewoon voor die tijd.
Na de Mongoolse invasie in de 13de eeuw verschoof het politieke en kerkelijke centrum van het Russische rijk van Kiev via Novgorod naar Moskou. Maar Kiev bleef de heilige oergrond van het Russische christendom. In de eeuwen daarna werd de Sint-Sofia herhaaldelijk verwoest door de Krim-Tataren.
De eerste herbouw vond plaats rond 1630. Na een grote brand in 1697 liet tsaar Peter I de kerk volledig herbouwen in steen in Oekraïense barokstijl. De dominante klokkentoren werd in 1851 opnieuw verhoogd en is nu 76 meter hoog.
De Hoofdkerk van de Heilige Sofia (Oekraïens: Sobor Sviatoi Sofii) werd in 1934 op last van Stalin gesloten en herbestemd tot museum. Na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie ontstond er onenigheid over de vraag over de rechtmatige eigenaar en over de kerkelijke jurisdictie. Drie verschillende genootschappen claimden de beroemde sobor: de Russisch-Orthodoxe Kerk, de Oekraïens-Orthodoxe Kerk en de Oekraïense Grieks-Katholieke Kerk. Omdat zij het niet eens konden worden, verklaarde de Oekraïense regering het gebouwencomplex opnieuw tot museum.
Op 15 december 2018 vond in de Sint-Sofia de historische synode plaats tijdens welke twee voorheen afzonderlijke Oekraïens-orthodoxe kerkgenootschappen zich verenigden tot de Orthodoxe Kerk van Oekraïne, geheel los van Moskou. Er werd een eigen hoofd aangesteld. De in 1979 geboren bisschop Epifaniy (burgerlijke naam: Sergiy Petrovitsj Doemenko) werd verkozen tot metropoliet van Kiev en heel Oekraïne. Op 5 januari 2019 verleende het Oecumenisch Patriarchaat van Constantinopel dit nieuwe kerkgenootschap autocefalie. Dit tot woede van het Patriarchaat van Moskou, dat daarop de eucharistische eenheid met Constantinopel verbrak. Op 7 januari 2019 werd in de Sint-Sofia een goddelijke liturgie gevierd met als hoofdcelebrant metropoliet Epifaniy, en in aanwezigheid van de toenmalige president Petro Porosjenko.