VERKONDIGING door pastoor Harry Notermans

11 oktober 2020

28e Zondag door het jaar (a)



Jesaja 25, 6-10a

Filippenzen 4, 12-14.19-20

Mattheus 33, 1-14



Inderdaad, zoals gezegd, God kan dus ook boos worden, behoorlijk boos, en dat al drie zondagen lang, zoals de trouwe kerkganger of kijker zal hebben opgemerkt.

De oudste zoon, die ‘ja’ zegt maar ‘nee’ doet, doet niet de wil van zijn vader. Dat hoorden we twee weken geleden. En de onwillige werkers in de wijngaard, die alles voor zichzelf opeisen, roepen diepe boosheid bij hem op. Dat was afgelopen zondag.

En vandaag opnieuw: degenen die in eerste instantie geroepen waren, hebben die uitnodiging op beschamende wijze afgewezen.



Het zal niemand zijn ontgaan dat Jezus zijn eigen Vader in de hemel bedoelt met die koning, die de onderdanen met gelijke munt betaald zet nadat ze zijn gezanten hebben vermoord.

Niet direct een verhaal dat je in een kinderbijbel zou opnemen.



Wat kunnen wij leren van die verrassende boosheid van God? Misschien dit. Hij, de Schepper van hemel en aarde, wil zijn band met ons, mensen, toe een geweldig feest maken, een bruiloftsfeest. Hoe ondenkbaar is het, dat mensen dat prachtige feest negeren of zelfs afwijzen! De ene groep heeft het te druk met zaken, met eigen dingetjes. Want het belangrijkste voor hen is toch dat de economie moet blijven draaien. Al het andere bestaat voor hen simpelweg niet.

En de andere groep verzet zich zelfs met grof geweld tegen het feest van God-met-ons. God reageert boos, of beter: hevig verontwaardigd. Maar daarmee geeft God niet op: het feest móet doorgaan! Bij Hem is er altijd een toekomst.



Degenen die in eerste instantie een uitnodiging kregen, haken af. Maar God heeft zijn ogen geopend, en Hij heeft zijn hart nog veel verder geopend. Hij ziet hoeveel mensen in eerste instantie ver van Hem waren, en dolgraag met zijn feest meedoen. Het feest van Gods Koninkrijk, nu al in deze wereld: feest van gerechtigheid en menswaardigheid – te beginnen bij Jezus, die voor ons zelf is mens geworden.



Oktober is niet alleen rozenkransmaand, maar ook wereldmissiemaand. ‘Missie’ betekent dat wij als kerk niet alleen met eigen dingetjes kunnen bezig zijn. Wanneer we, ieder op zijn eigen plaats, geen boodschappers zijn die aan anderen Gods uitnodiging doorgeven – wanneer we niet van harte missionair zijn, dan hebben we zijn boodschap slecht begrepen.

In zijn nieuwe encycliek Fratelli tutti wijst paus Franciscus op het gevaar van de zelfvoldaanheid en het oprukkend individualisme. Hij roept op om samen met andere religies, ja samen met ongelovigen, te bouwen aan een wereld van gerechtigheid, die in Gods ogen een feest is.



Het kon wel eens verrassend zijn, wie we straks, bij het eeuwige feest, zullen ontmoeten – als we daar zelf mogen aanschuiven.

Één zal er in elk geval zijn. Zij heeft in eerste instantie een uitnodiging ontvangen. Zij heeft met ‘ja’ geantwoord, en ze is haar ja-woord trouw gebleven, tot onder het kruis van haar Zoon. Maria is ongetwijfeld nu al bezig, te helpen bij een goede tafelschikking. En af en toe kijkt ze even naar buiten om te zien of wij nog op de goede weg zijn.

Laten we, met haar, sterk staan in ons geloof.