16e zondag door het jaar (b)
H. Bonifatiuskerk, Rijswijk
Mgr. Hans van den Hende
Lezingen:
Jeremia 23, 1-6
Efeze 2, 13-18
Marcus 6, 30-34
In de schriftlezingen van vandaag komt meerdere keren het woord 'herder' voor. In de tijd van de bijbel maakten herders en hun kudden veelvuldig deel uit van het dagelijkse leven. Een herder bracht de kudde naar water om te drinken, naar grasland om te voeden. In een droog en dor landschap, vaak ook met stenen en rotsen, was het vinden van water en voedsel niet eenvoudig. Een herder had nog een opdracht, namelijk zijn schapen beschermen tegen roofdieren en bevrijden uit benauwde situaties van een ravijn of afgrond. Een herder had zijn handen vol aan zijn taak en het was zeker geen baan van 8 tot 5.
In de eerste lezing van vandaag brengt de profeet Jesaja het werk van een herder in verband met God zelf. God wordt beschreven als de herder van zijn volk. God zorgt voor zijn mensen en Hij wil hen leiden. Ook zegt Jesaja dat God daarnaast mensen aanstelt om leiding te geven en te zorgen voor zijn volk in zijn Naam.
Maar dan stuit Jesaja op een probleem: niet alle herders doen hun werk met heel hun hart. Er zijn leiders die hun taak verwaarlozen of zelfs de mensen in de steek laten. Jesaja zegt: door de schuld van slechte herders lopen de mensen verloren en ontvangen zij niet wat zij nodig hebben om te kunnen leven in vrede en recht. Jesaja zegt: neem een voorbeeld aan God zelf, die altijd om zijn volk bekommerd is. God laat zijn volk nooit in de steek.
Broeders en zusters, uiteindelijk is Jezus Christus in onze wereld gekomen om de goede herder te zijn voor alle volken. ‘Zozeer heeft God de wereld lief gehad dat Hij zijn Zoon heeft gegeven’ (Joh. 3, 16). Voortdurend kun je in het evangelie lezen hoe Jezus zorg heeft voor zijn mensen. Jezus nodigt zijn leerlingen uit: 'komt eens mee naar een eenzame plaats en rust daar wat uit'.
Jezus heeft hart voor zijn apostelen. En ook de massa mensen die Hem achterna blijft komen, stuurt Hij niet weg. Integendeel, Hij voelt medelijden voor hen. In zijn liefde wordt Jezus geraakt door hun nood, door hun honger en dorst. 'Ze zijn als schapen zonder herder', zegt het evangelie vandaag.
Het zal u niet verbazen dat Jezus iets verderop in het evangelie de grote menigte mensen te eten geeft. De eenzame plek wordt een plaats van gastvrijheid en overvloed. Jezus geeft de mensen te eten: een wonderbare spijziging van duizenden mensen.
In het evangelie van vandaag doet Jezus echter eerst nog iets anders. Er staat in het evangelie dat Jezus de mensen uitvoerig begon te onderwijzen. Als echte herder van de mensen, wil Jezus hen allereerst voeden met zijn woord en zijn boodschap van liefde. Een goede herder die ook de honger naar de boodschap van het evangelie wil stillen. In woord en daad voedt Jezus hun geloof en Hij maakt hen bekend met de boodschap van het rijk van God.
Broeders en zusters, ook vandaag in deze viering van de zondag is Jezus hier in ons midden. Wij hebben geluisterd naar het woord van God en zo dadelijk in de eucharistie mogen wij Jezus zelf ontvangen, zijn Lichaam en Bloed, in de sacramentele communie en in de geestelijke communie. De goede Herder Jezus is voor ons tegelijkertijd leraar en gastheer en voedsel van eeuwig leven.
Zo staat de persoon van Christus in deze viering van de zondag centraal. Als Kerk vieren wij zijn kruisdood en verrijzenis, want als een waarachtige herder heeft Jezus zelfs zijn leven voor ons gegeven.
Broeders en zusters, in dit uur kan ik niet genoeg benadrukken hoe belangrijk het is om ook vandaag als christen-gelovigen open te staan voor de gaven van Jezus die verrezen is uit de dood. Om trouw te blijven aan onze band met de Heer en om ons geloof te kunnen bewaren is het noodzakelijk om iedere zondag samen te komen en de Heer te ontmoeten in zijn woord en sacrament.
En als gelovige mensen blijven we altijd leerlingen. We worden geroepen om te blijven bidden en de sacramenten te vieren, om de rijkdom van ons geloof te blijven verdiepen en uit te leggen, en om te volharden in concrete daden van naastenliefde.
Broeders en zusters, ik ben ervan overtuigd dat de Heer ook op dit moment ook naar ons kijkt als een echte herder die medelijden voelt. Wat komt er anders van ons geloof terecht, hoe blijven we trouw aan het gebed en de sacramenten? Zijn we als christenen herkenbaar aan onze liefde?
Vandaag wil ik met u bidden dat we steeds de moed en de nederigheid opbrengen om te luisteren naar de stem van de Heer, dat zijn liefde en vrede steeds meer mag wonen in ons midden, in ons hart.