Zevende zondag door het jaar (a)
Pastoor-deken Eric Fennis
basiliek van de H. Nicolaas, Amsterdam

Lezingen:
Leviticus 19, 1-2.17-19
1 Korintiers 3, 16-23
Matteüs 5, 38-48

Je kunt je afvragen hoe het evangelie van vandaag in de kerken van Oekraïne en Syrië beleefd wordt. Geen weerstand bieden tegen onrecht? Vijanden liefhebben? Bidden voor vervolgers? Niet toegeven aan gevoelens van haat? Het lijkt een weinig realistische oproep van Jezus als je dagelijks met oorlogsgeweld geconfronteerd wordt.

Als je je probeert in te denken in de strijd van zoveel onschuldige slachtoffers daar, dan voel je je met dit stukje evangelie geplaatst voor een onhanteerbaar probleem. Dit lijkt toch onmogelijk, dit mag Jezus toch niet vragen?

Vergeving schenken is sowieso een ding. Het is meestal niet onze sterkste kant. De leerlingen van Jezus wisten daar ook niet goed raad mee. Petrus had al eens eerder aan Jezus gevraagd hoe vaak je nu eigenlijk iemand moet vergeven. Petrus dacht met zeven keer heel royaal te zijn, maar Jezus zegt: ‘Nee, zeventig keer zeven keer.’ Dat wil zeggen altijd! Je moet altijd vergeven. Er hoeft niet geteld te worden.

‘Pas wanneer je de tel kwijt bent, ben je vergevingsgezind’, zegt Jezus. Dat hadden Petrus en de anderen niet verwacht. In hun beleving toch een beetje een soft antwoord. 

Maar soft is het door Jezus zeker niet bedoeld, want de context waarin Hij vandaag tegen zijn vrienden spreekt, is nog altijd de wet en de profeten waarvan hij vorige week zei ze niet af te schaffen, maar ze te vervullen. Jezus shockeert graag, vandaar die tegenstellingen die wij er misschien in lezen. Maar het is kennelijk nodig om het gebod van de liefde in de juiste kracht te kunnen plaatsen. Niet dus als een soft sausje om alles maar goed te praten, maar als iets fundamenteels! En we kennen de Tien Leefregels. Ze zijn nog steeds een richtsnoer voor ons leven, maar dan meer bedoeld om mensen te beschermen en niet om hen vast te zetten.

De leefregel van de liefde als ‘elfde gebod’ is daarom door Jezus niet bedoeld als een milde vervanging van de andere tien. Het gaat er Hem om niet met de hardheid van het verstand, maar met de liefde van je hart naar deze leefregels te kijken. Welke ouder of opvoeder verbiedt niet af en toe z’n kinderen iets? Als het goed is, gebeurt dit niet om ze te pesten, of uit frustratie vanwege ervaringen uit je eigen jeugd, maar omdat je van ze houdt en ze wilt beschermen. En daar hoort dus misschien wel het meest bij dat wij moeten willen vergeven, omdat je niet met wrok of haat wilt terugkijken. Maar dat is soms moeilijk, omdat je over en weer behoorlijk gekwetst kunt zijn.

Paulus beschrijft in de tweede lezing heel krachtig dat bij God het omgekeerde telt van wat wij mensen ‘wijsheid’ noemen; de normen en waarden die zeker in onze tijd steeds meer verglijden, en vaak in het verlengde liggen van het oog om oog en tand om tand principe.

Wie ervaart niet in onze tijd dat ruwheid en individualisme steeds meer de norm van ons samenleven is geworden. Maar dat is, zoals Paulus zegt, een tijdelijke wijsheid die in Gods ogen dwaas is.

Wij zijn van Christus, en daarom horen we te weten wat liefde is, wat vergeving is, wat barmhartigheid is en liefhebben soms tot het onmogelijke! Als we het omgekeerde van wat mensen als ‘normaal’ beschouwen niet toepassen vanuit de liefde die Jezus ons geleerd heeft, dan wordt het met onszelf en met de wereld nooit iets. Daarom zijn wij van Christus en houden wij geloof, hoop en liefde in Gods naam hoog in deze wereld.

Maar hoe doe je dat? Want wonden kunnen diep zitten, en de tijd heelt ze niet per definitie. Maar in aanraking komen met de vergevende God, wetend dat we zelf vergeving nodig hebben, opdat wij een ander kunnen vergeven; dat is toch genade, en dat is toch het geheim van ons christen-zijn, met liefde als het enige wapen om vrede en verzoening af te dwingen? Daarmee wil ik niet zeggen dat vergeving of verzoening altijd mogelijk is. Je kunt ook niet zomaar zeggen dat geweld, misdaden en schulden vergeven best wel op te brengen is. Sommigen kunnen het echt niet, zelfs niet na jaren.

En toch wil Jezus wil ons vandaag duidelijk maken dat oog om oog en tand om tand misschien tijdelijk een goed gevoel geeft, maar dat wie uit liefde in staat is te vergeven er uiteindelijk zelf innerlijke vrede mee ontvangt. We moeten elkaars horizon voor ogen willen houden en zo anderen en elkaar opnieuw een kans willen geven om met soms gebroken dromen en idealen opnieuw op te staan. Ook dat maakt dat wij van Christus zijn, en nog altijd het verschil in deze wereld kunnen maken. 

Ons gebed blijft actueel voor Oekraïne, voor Syrië en Turkije, maar ook voor al die andere plekken waar ondanks zoveel ellende, mensen het geloof in hoop en liefde niet opgegeven en ruimte laten voor verzoening.

Dat God hen daarin bijzonder mag blijven sterken en bemoedigen.